Naar hoofdinhoud Naar footer

Ipse de Bruggen test app waarmee cliënten zelf hun spanning kunnen reguleren

Zorgaanbieder Ipse de Bruggen voerde in het kader van de Innovatie-Impuls een pilot uit met de SignaLEREN-app. Deze app helpt cliënten hun stress beter te reguleren en te reduceren om daarmee de eigen regie te versterken.

YouTube video thumbnail

Psychomotorisch therapeut Wendy van Oosten krijgt binnen de therapieën die ze verzorgt veel vragen over spanningsgerelateerde regulatieklachten. Ze vertelt: 'In de therapie leer ik cliënten omgaan met hun spanning, onder andere door gebruik te maken van een spanningsmeter/stoplicht. Wat lastig is bij onze doelgroep, is dat ze de slag van de therapiezaal naar het dagelijks leven maken moeilijk vinden. Het A4’tje met daarop de spanningsmeter/het stoplicht komt dan vaak op kantoor van de woning, of de kamer van de cliënt te hangen, maar wordt vervolgens vergeten. Of de cliënt heeft het niet bij zich op het moment dat hij ‘t nodig heeft. Ik had, toen dit geval zich voordeed, kennis gemaakt met de app SignaLEREN. Die leek mij goed bruikbaar als alternatief. De jongere cliënten gebruiken allemaal een smartphone en die app kan voor een deel van hen een manier zijn om spanning te reguleren.'

Gedragskundige Katja Tempelaars was meteen enthousiast over het idee om de praktische waarde daarvan voor de cliënten van Ipse de Bruggen te onderzoeken. 'Mijn eerste indruk was positief', vertelt ze. 'Als gedragsdeskundige loop je er tegenaan dat een cliënt iets leert in een therapiesessie, maar vervolgens toch moeite heeft om het geleerde toe te passen in het dagelijks leven. Met een app stel je de cliënt in staat om op ieder moment dat dit nodig is, zelf zijn spanning te reguleren met een zelfgekozen interventie. Dit maakt hem minder afhankelijk van wat de begeleider kan doen, je legt de regie bij de client.'

Pilot voorgesteld 

Van Oosten zocht contact met de innovatie-afdeling van Ipse de Bruggen en Tempelaars legde de optie van de SignaLEREN-app voor aan collega’s. Zo ontstond het idee om er een pilot mee te doen. De opzet daarvan had wel wat voeten in de aarde, stelt Tempelaars. 'We hadden niet meteen aan de start de structuur van de pilot – wat we van iedereen verwachten – vastgelegd.' Bovendien', vult Van Oosten aan, 'kwam de coronapandemie er tussendoor. Daardoor konden we niet naar de locaties en moesten we alle uitleg over de pilot online verstrekken. Het voordeel daarvan was wel weer dat we er meer tijd in konden stoppen.'

De cliënten die bij de pilot werden betrokken, waren wel enthousiast over het filmpje over de app dat ze in eerste instantie te zien kregen. 'Toch bleef het daardoor nog een beetje ongrijpbaar voor ze', zegt Van Oosten. 'Pas toen we de licentie voor gebruik van de app hadden, konden we het echt samen met hen gaan invullen. Dan kun je iemand in stapjes helpen om de app echt op zijn telefoon te gaan gebruiken. En kan hij dus ook aangeven of het wel of niet iets voor hem is.'

Aandacht voor de app 

Van Oosten ziet in haar functie de cliënten wekelijks en merkte dat het begon te leven. 'De app werd echt een gespreksonderwerp', vertelt ze. 'Ze kwamen er steeds op terug en kwamen ook met eigen ideeën over hoe ze de app het best konden gebruiken.'

Zo werden in de praktijk gaandeweg kleine maar belangrijke verbeteringen doorgevoerd in de app. In eerste instantie kregen cliënten bijvoorbeeld vier keer per dag op vaste tijden het verzoek de app in te vullen. 'Dat wil niet iedere cliënt', vertelt Tempelaars. 'In het weekend willen ze uitslapen en dan willen ze niet door zo’n melding gestoord worden. Zo waren er veel meer aanpassingen. En door daarover met de ontwikkelaar in gesprek te gaan, is het eigenlijk een heel nieuwe app geworden. Daarin hebben we echt samen een goede weg gevonden, zodat we nu de nieuwe versie kunnen gaan testen met cliënten.'

Zorgvuldig te werk gaan 

Op dit moment zijn er vijftien cliënten binnen Ipse de Bruggen die de app al actief gebruiken. Hoe denken Van Oosten en Tempelaars dat dit zich zal gaan ontwikkelen? 'Dat is nog lastig in te schatten op dit moment', zegt Van Oosten. 'Uit de losse pols zeg ik: deze app kan waarde hebben voor toch zeker een paar honderd van onze cliënten. Wel is de bepaling van voor welke cliënten wel en niet heel belangrijk, net als de juiste aansturing van de cliënt om tot optimale toepassing van de app te komen. De begeleiders en het netwerk rondom de cliënt zijn hierbij eveneens belangrijk. Die moeten de app ook begrijpen om de cliënt te kunnen begeleiden in het gebruik ervan.'

De eerste ervaringen van de cliënten zijn positief. Sommigen van hen geven al aan meer grip op hun spanning te hebben, omdat ze weten wat ze kunnen doen om die te reduceren. Tempelaars vertelt: 'Ik heb een cliënt die het moeilijk vindt om zich te ontspannen en die met haar vingers gaat frummelen als ze zenuwachtig wordt. Door dagelijks gebruik te maken van deze app was zij in staat om dergelijke spanningssignalen bij zichzelf te herkennen en kwam zij zelf met het voorstel om dit signaal toe te voegen aan haar app. Een andere cliënt pakte, toen ze een spannend moment meemaakte, haar telefoon om haar spanning te reguleren. Toen was het goed dat de begeleider haar erop wees niet alleen naar de telefoon te kijken, maar ook op de praktijksituatie te reageren. Maar het maakt wel duidelijk hoe de app kan werken. Vóór dit incident vond de cliënt het altijd moeilijk om haar spanning aan te voelen. Sindsdien is ze zich daar veel meer bewust van.'

Zo werkt het vaker. In een psychomotorische therapiesessie merkte een cliënt tijdens het trampolinespringen dat hij gespannen aan het springen was. Van Oosten: 'Deze cliënt vindt het moeilijk om zijn lichaamssignalen te benoemen en op te merken. Mede door het gebruik van de app is hij daar veel mee bezig en lukte het hem om tijdens het springen te benoemen dat hij opgetrokken schouders had en zijn handen tot vuisten maakten. Ook moest een cliënt tijdens een werkvorm in het wandrek klimmen en via een schuine bank die in het wandrek hing weer naar beneden gaan. In zijn klimavontuur liep zijn spanning zichtbaar op, hij ging meer praten, lachen, kneep hard in het wandrek, al zuchtend en kreunend zei hij: ‘Ik weet het niet, hoe moet ik dit nu doen?’ Vervolgens zei hij: ‘Ik ga naar beneden want ik krijg zere handen van het harde knijpen en als ik beneden ben kan ik even een oplossing bedenken’. Wederom een mooi voorbeeld van hoe een cliënt beter zicht heeft op zijn spanning en deze ook zelfstandig kan reguleren. Voor Tempelaars en van Oosten dé reden waarom deze app een meerwaarde is voor hun doelgroep.   

De waarde van de Innovatie-impuls 

Omdat de pilot goed aansluit binnen de doelstellingen van de Innovatie-Impuls, besloot Ipse de Bruggen gebruik te maken van deze mogelijkheid. Van Oosten: 'We zijn nu geregeld in gesprek met andere organisaties, over de vraag waarom je zorgtechnologie zoals een app inzet en voor welke cliënten dat wel en niet meerwaarde heeft. Wat is het doel, vanuit het perspectief van de individuele cliënt? Dat zijn waardevolle gesprekken.'

Tempelaars vult aan: 'We leren ook van hoe andere aanbieders een pilot op dit gebied opzetten. Wij hebben geleerd dat het belangrijk is om commitment van de behandelaars te krijgen. Die moeten het ook overbrengen op de begeleiders en de ouders. De ene behandelaar kan dit beter dan de andere, hebben we gemerkt, soms moesten we dingen overnemen.' Wat daarbij een rol speelde is dat de start van de pilot – door de gewenste aanpassingen in de app en door de coronacrisis – veel tijd heeft gekost. 'In de tussentijd speelde zich in sommige gevallen een wisseling van de behandelaars af', zegt Van Oosten. 'Nieuwe behandelaars hadden de start van het traject niet meegemaakt en moesten dus weer worden meegenomen in het proces. Dat kost tijd, maar het is wel essentieel dat dit zorgvuldig gebeurt.'

Regulatiestrategie 

Beiden zijn het erover eens dat een app als SignaLEREN behulpzaam kan zijn – als de selectie van de cliënten voor wie het meerwaarde heeft zorgvuldig gebeurt – maar nooit zaligmakend is. 'De app is niet bedoeld om álle spanning bij cliënten weg te nemen', zegt Van Oosten. 'Dat kan niet en dat hoeft ook niet, want spanning heeft ook een gezonde kant. En spanning voor een verjaardag of bezoek van een naaste is leuke spanning. Het punt is alleen dat onze cliënten ook die positieve spanning niet altijd goed kunnen reguleren. De app is voor hen de regulatiestrategie die andere mensen al van nature hebben.'

'Maar er is ook nog een andere functie', vult Tempelaars aan. 'We adviseren cliënten ook om in de app de momenten te benoemen waarop ze zich goed voelen. Dan weet de begeleider dat die niet hoeft te interveniëren. Daarmee ontstaat meer ruimte voor eigen regie van de cliënt.'

Ipse de Bruggen deed mee aan de Innovatie-impuls binnen het thema Begrepen worden.

Lees meer over app SignaLEREN

Dit verhaal is opgehaald in de Innovatie-impuls 1 en is onderdeel van de Innovatie-Route.  

In de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg hebben Academy het Dorp en Vilans tussen 2019 en 2022 tips, handreikingen en ervaringsverhalen ontwikkeld, verzameld en verspreid. In die periode werden 26 zorgorganisaties ondersteund met de implementatie van zorgtechnologie als vast en waardevol onderdeel van de zorg en ondersteuning. Dit had als doel dat het voor cliënten en zorgverleners gemakkelijker wordt om technologie te gebruiken. Innovatie-impuls 2 is de volgende stap: technologie als vanzelfsprekend gaan gebruiken in de zorg en ondersteuning van mensen met een beperking, voor meer eigen regie en zelfredzaamheid.  

De Innovatie-impuls 1 was onderdeel van het programma Volwaardig Leven van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). 

Downloads