5 dilemma's over voedselveiligheid tijdens Kerstmis
Gepubliceerd op: 17-12-2019
Begeleiders en andere zorgprofessionals krijgen rondom de feestdagen regelmatig vragen over voeding. Hoe ga je bijvoorbeeld om met meegebrachte producten die je niet vertrouwt?
In samenwerking met het Voedingscentrum geven we daarom antwoord op 5 kerstdilemma’s die te maken hebben met voedselveiligheid in kleinschalige woonvormen (en het verpleeghuis). Met behulp van de tips kun je ook onnodige registratielasten voorkomen!
Veelgestelde vragen
1. Op kerstavond wordt een kalkoen op de woonvorm bezorgd door een cateraar voor een heerlijk kerstdiner. Moet de temperatuur van de kalkoen nog gemeten worden?
Het is belangrijk om op de temperatuur van de kalkoen te letten wanneer deze geleverd wordt. De temperatuur voor warm aangeleverde producten moet 60 graden of hoger zijn. Dan kunnen ziekmakers namelijk niet uitgroeien. Vraag daarom aan de leverancier of de kalkoen bij aankomst nog goed heet is. Twijfel je? Meet dan de temperatuur. Is de temperatuur lager dan 60 graden? Bespreek dit direct met de leverancier en bedenk samen een oplossing. Ook kun je de kalkoen zelf nog goed door en door verhitten en meteen serveren. Zorg dat het binnen twee uur opgegeten is.
2. Een familielid komt stoofpeertjes langsbrengen voor alle bewoners. Mag je de stoofpeertjes aan de bewoners uitdelen?
Ja, dat mag in zowel woonvormen als grotere zorginstellingen, maar je moet er wel op letten dat de meegebrachte voedingsmiddelen veilig zijn. Over het trakteren door familieleden moeten jullie intern beleid hebben. Vraag bijvoorbeeld of de stoofpeertjes gekocht of zelfgemaakt zijn, hoe en hoe lang ze deze hebben bewaard en hoe ze zijn vervoerd. Twijfel je, (zijn ze verkleurd, beschimmeld of troebel? Ruiken ze of smaken ze vreemd?) Serveer ze dan niet aan je bewoners. Leg aan het familielid uit dat het een mooi gebaar is, maar dat je geen enkel risico kan nemen.
3. Op de woonvorm worden heerlijke producten geleverd voor het kerstontbijt, moeten deze producten allemaal gestickerd worden?
Nee, dit hoeft niet. Je bent vanuit de hygiënecode niet verplicht te stickeren, wel om te weten hoe lang je iets kunt bewaren. Als jullie het prettiger vinden wel te stickeren, kun je als organisatie/team hiervoor kiezen zodat het voor iedereen duidelijk is hoe lang iets nog bewaard kan worden. Hoe je dit doet (met een sticker of met stift) mag je zelf met je team bepalen. Als het maar duidelijk is waar deze datum naar verwijst (houdbaarheid/openingsdatum).
4. Moet de kerstkrans met amandelspijs dezelfde dag opgegeten worden omdat het daarna niet meer goed is?
Nee, dat hoeft niet. Wanneer je de kerstkrans uit de verpakking hebt gehaald en hij is bijvoorbeeld aangesneden, kun je deze gemiddeld nog 3 dagen in de koelkast bewaren (of zelfs tot 3 maanden in de vriezer). Kijk ook altijd op de verpakking naar de bewaarvoorschriften die de fabrikant geeft. Belangrijk blijft natuurlijk dat je bederf in de gaten houdt door te zien, ruiken en te proeven. Een kerstkrans is niet meer goed wanneer deze muf, zacht en uitgedroogd is of minder smaak heeft. Maar meestal kun je dus nog wel een paar dagen van dezelfde krans genieten, zeker als je deze op tijd en goed afgedekt in de koeling legt.
5. We willen de restjes van het kerstdiner meegeven aan personeel of familie van bewoners, kan dat?
Ja, dat kan. Er zijn wel een paar dingen waar je op moet letten. Denk er aan om maaltijden hygiënisch en afgesloten te verpakken, en geef geen rauw vlees of rauwe vis mee. Ook moeten de producten die tijdens het diner voorgeschoteld zijn wel voldoen aan de temperatuureisen. De kaart 5 x veilig met afgehaald eten van het Voedingscentrum geeft tips over hoe je veilig kunt genieten van ‘afgehaald eten’, handig om eens naar te kijken en mee te geven!