Tips voor het voorkomen van onrust of onbegrepen gedrag
Gepubliceerd op: 06-11-2018
Onrust of onbegrepen gedrag kunnen veel verschillende oorzaken hebben. Vaak is er een duidelijke oorzaak of aanleiding voor de onrust. Met deze tips kun je onrust en het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen voorkomen.
Ken je cliënt
Je weet beter hoe een cliënt iets ervaart wanneer je haar of hem kent. Daardoor begrijp je beter waar het gedrag vandaan komt. Van familie leer je of het gedrag past bij het karakter van iemand, of dat het komt door ervaringen.
Zorg voor een goede dagbesteding
Als je je verveelt, word je onrustig. Dat geldt ook voor cliënten. Het is dus belangrijk dat cliënten overdag iets te doen hebben. Natuurlijk moeten de activiteiten passen bij hun niveau en behoefte. Let wel op: als je teveel van een cliënt verwacht, kan dit ook onrust geven. Een goede dagbesteding draagt bij aan een goed dag- en nachtritme. Net als beweging en daglicht. Dit zorgt niet alleen voor minder onrust overdag, maar ook voor minder onrust 's nachts. Zie hiervoor bijvoorbeeld de Handreiking Passende Dagbesteding van Zorginstituut Nederland.
Zorg voor een prettige omgeving
Veel prikkels uit de omgeving kunnen ervoor zorgen dat een cliënt onrustig wordt. Denk aan harde geluiden, fel licht of een stoel die niet lekker zit. Maar prikkels kunnen ook juist fijn en rustgevend zijn. Bijvoorbeeld rustige muziek, een lekkere geur, vertrouwde meubels of zachte snoezelmaterialen.