Naar hoofdinhoud Naar footer

5 kledingdilemma's bij hygiënisch werken

Er zijn duidelijke regels waar je werkkleding aan moet voldoen. Toch is het in de praktijk soms moeilijk je aan deze regels te houden. Deskundige infectiepreventie Simone Krooshof gaat in op 5 kledingdilemma’s van zorgprofessionals in de gehandicaptenzorg.  

1. Medewerkers met lange mouwen

Prakijkvoorbeeld:

In de richtlijnen staat dat je onderarmen onbedekt moeten zijn. Lange mouwen zijn dus geen optie. Maar wat doe je als er collega’s zijn die toch lange mouwen dragen? Je kunt hiermee worstelen. Want je wilt er misschien wat van zeggen. Het kan zijn dat diegene daar niet van gediend is en er een gespannen sfeer ontstaat. Wat dan?

Advies: 

Simone: ‘Het is belangrijk om goed te kijken wat voor werkzaamheden je collega doet. Hygiëneregels zijn heel belangrijk bij contact met cliënten of cliëntmaterialen, bij voedsel bereiden of bij helpen met eten geven.

Het helpt om met deze collega even apart in gesprek te gaan en diens werkzaamheden in kaart te brengen. Gaat het om werkzaamheden waar hygiëneregels voor gelden? Vraag dan of diegene het ziet zitten om zich hieraan te houden. Mijn ervaring is dat wanneer je uitlegt waarom de hygiëneregels zo belangrijk zijn, collega’s vaak best bereid zijn om zich hieraan te houden.’

'Toch komt het soms ook voor dat iemand stopt met het werk om deze reden. Sommige organisaties lossen het op door een middenweg te kiezen en medewerkers te vragen hun mouwen op te stropen.'

2. Geloofsovertuiging en kledingvoorschriften

Praktijkvoorbeeld: 

‘Bij ons werkt sinds kort een vluchtelinge uit Syrië. Ze doet haar werk hartstikke goed. Ze is moslima en vanwege haar geloof mag ze niet met onbedekte armen werken. Moeilijk om daar dan iets van te zeggen, want ik wil ook haar culturele achtergrond respecteren.’

Advies: 

Simone: ‘Ook hier helpt het om open het gesprek aan te gaan. Dit soort regels zijn namelijk nodig om de veiligheid te garanderen van cliënten en medewerkers. Het is bewezen dat lange mouwen de kans op overdracht van ziektekiemen enorm vergroten. Uitleg helpt vaak wel.

Toch komt het soms ook voor dat iemand stopt met het werk om deze reden. Sommige organisaties lossen het op door een middenweg te kiezen en medewerkers te vragen hun mouwen op te stropen. Gezien de tekorten op de arbeidsmarkt snap ik dat.

Ik ben hier alleen geen voorstander van. Het vraagt namelijk van de medewerker om hier de hele tijd aan te denken. Bij hoge werkdruk of een crisissituatie vergeet je dat al snel. Korte mouwen dragen tijdens het werk is dan echt makkelijker.’

3. Koud en warm

Prakijkvoorbeeld:

‘In de ochtend is het op mijn werkplek en de groep waar ik werk snikheet, terwijl het op de gang juist koud is. Ik zou op de galerij dan zo graag mijn vest willen aantrekken, maar dat mag niet vanwege de lange mouwen. Maar ik moet ook mijn werk gezond kunnen doen, zonder ziek te worden.’

Advies:

Simone: ‘Je kunt natuurlijk een vestje aandoen. Maar ook hier geldt: Denk je er steeds weer aan om het uit te doen zodra je zorg verleent? Vroeg of laat vergeet je dat een keer. Je kunt dit soort regels niet half doen. Regels worden namelijk het beste nageleefd als ze duidelijk zijn.

In de nachtdiensten zijn mensen vaker geneigd om een vestje aan te doen vanwege de kou. Dat kan wel, want je verleent dan ook minder zorg. Wist je trouwens dat je niet ziek wordt van kou of tocht? Ziek word je van virussen en bacteriën.'

 4. Schone werkkleding

Prakijkvoorbeeld: 

Om hygiënisch te kunnen werken, is het belangrijk om voor iedere dienst schone kleding te dragen. In veel organisaties is er geen werkkleding beschikbaar en kom je dus in je eigen kleding. Hoe zorg je er dan toch voor dat iedereen voor elke nieuwe dienst schone kleren aan heeft?

Advies: 

Simone: ‘Maak hier duidelijke afspraken over. Een ander probleem is dat er bij veel zorgorganisaties, waar medewerkers in eigen kleding werken, geen reservekleding is. Terwijl je eigen kleding natuurlijk onverwacht vies kan worden.

Je kunt je organisatie vragen om voor een stapeltje T-shirts te zorgen. Neem je toch zelf reservekleding mee? Dan moet je dat ergens kunnen opbergen. Welke oplossing jouw organisatie ook kiest, het is belangrijk dat zulke randvoorwaarden in ieder geval op orde zijn.’

5. Eigen kleding wassen

Prakijkvoorbeeld: 

‘Ik werk op een groep waar we allemaal in onze eigen kleding werken. Ik heb gehoord dat je je kleding dan thuis op 60 graden moet wassen. Maar in mijn etiketjes staat vaak 30 of 40 graden als maximum.’

Advies: 

Simone: ‘Vroeger was het inderdaad zo dat je op 60 graden je eigen kleding moest wassen. Tegenwoordig zeggen de richtlijnen dat je de kleding moet wassen op de hoeveelheid graden die op het label van het kledingstuk staat.

De kleding moet vervolgens minimaal kastdroog gemaakt worden. Dit doe je door te drogen in de droogtrommel of te strijken op minimaal stand 3 (···) of 150 graden. Mijn advies: Draag makkelijk te wassen kleding. Een wollen vest is bijvoorbeeld niet zo handig.’

Deel deze pagina via: