Naar hoofdinhoud Naar footer

Agressie te lijf +

Laatst bijgewerkt op: 13-12-2024

Deze individuele psychomotorische therapie (PMT) is gericht op het verminderen van agressief gedrag voor volwassenen met een licht verstandelijke beperking.

In het kort

Type interventie

Ondersteunings-, begeleidings- of behandelvorm

Cliëntgroep

Licht verstandelijke beperking

Sector

Gehandicaptenzorg

Niveau van erkenning

Bij Agressie te lijf+ leert de deelnemer eerder herkennen wanneer emoties oplopen. Dit door te letten op signalen van het lichaam. Ook leert de deelnemer beter omgaan met emoties door nieuwe copingvaardigheden te gebruiken. Belangrijke steunfiguren helpen de deelnemer hierbij. Doel is dat aan het eind van de behandeling de deelnemer minder agressief gedrag laat zien. Dit wordt gemeten met de 9-item versie van de Social Dysfunction and Aggression Scale (SDAS). De score aan het begin en aan het einde van de behandeling wordt vergeleken om te zien of de verandering belangrijk genoeg is. Hiervoor wordt de Reliable Change Index (RCI) gebruikt.

De doelgroep zijn volwassenen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) die agressief gedrag laten zien. Zij krijgen zorg binnen een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Belangrijke steunfiguren uit hun omgeving worden ook betrokken bij de behandeling. Zij helpen om wat in de therapie wordt geleerd toe te passen in het dagelijks leven en blijven de deelnemers ondersteunen wanneer dat nodig is.

De deelnemer leert met ervaringsgerichte oefeningen om te gaan met situaties waarin spanning en boosheid toenemen. Daarbij leert de deelnemer de signalen van het lichaam te herkennen en begrijpen als een teken van oplopende boosheid (meer bewustzijn van het lichaam bij spanning). Ook leert de deelnemer goede manieren (copingvaardigheden) om boosheid te beheersen en zo agressief gedrag te verminderen.

Er wordt geoefend in drie fases, waarin de lichamelijke spanning en de sociale situaties stap voor stap moeilijker worden. De belangrijke steunfiguren van de deelnemer doen actief mee. Zij helpen bij thuisopdrachten, besprekingen en oefeningen tijdens de sessies. Zo leren ook zij hoe ze de deelnemer kunnen helpen minder agressief te reageren. Ze ondersteunen de deelnemer bij het herkennen van spanning en boosheid en bij het gebruiken van de geleerde vaardigheden in het dagelijks leven.

Voor deze behandeling is een duidelijke handleiding beschikbaar. Hierin staan uitgewerkte oefeningen per fase en thuisopdrachten. Voor de evaluatie van de behandeling worden betrouwbare en passende vragenlijsten gebruikt voor deze doelgroep. Deze vragenlijsten meten:

  • het lichaamsbewustzijn bij spanning (BLSI-vb)
  • de copingvaardigheden (PACS)
  • en de mate van agressie (SDAS)

De PMT’er moet de behandeling kunnen uitvoeren in een goed ingerichte gymzaal, zoals beschreven in de handleiding.
Beschikbare materialen:

Kees is een 49-jarige man met een LVB en een stoornis in het autistisch spectrum. Hij lijkt een beperkt bewustzijn te hebben van zijn interne emotionele toestand, waardoor hij als het ware overspoeld raakt door emoties. Hij vindt het lastig om aandacht te hebben voor lichaamssignalen en dit te verwoorden.

Wanneer de PMT-er situaties stilzet en vragen stelt, lukt het Kees wel goed. Hij komt tot de conclusie dat zijn belangrijkste waarschuwingssignalen een ‘wilde buik’ zijn en de neiging om uit de situatie weg te willen of te bevriezen. Daarnaast kan hij gedachten hebben over wat er mis kan gaan.

Kees kiest uiteindelijk 3 manieren die hij het belangrijkst vindt om te gaan leren: hulp vragen, de situatie begrijpen en voor jezelf opkomen. Na de toepassing van de interventie, laat Kees een duidelijke afname zien in de piekmomenten van agressief gedrag. Begeleiders geven in een toelichting aan dat ze oplopende boosheid eerder herkennen en Kees beter kunnen begeleiden in het reguleren hiervan.

Agressief gedrag komt vaak voor bij mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB). Het kan ernstige gevolgen hebben voor de persoon zelf, voor de persoon op wie de agressie gericht is en voor de omgeving. Vaak wordt therapie ingezet om agressief gedrag te verminderen.

In de behandeling wordt vaak boosheid behandeld, omdat dit vaak voorafgaat aan agressief gedrag. Mensen met een LVB vinden het moeilijk om vroegtijdig hun oplopende boosheid te herkennen, wat gepaard gaat met veranderende signalen in het lichaam. Ook hebben zij vaak maar een beperkt aantal manieren (copingvaardigheden) om hun boosheid te beheersen, vooral als de spanning hoger wordt.

Het helpt hen om zich bewust te worden van de veranderingen in het lichaam die horen bij oplopende boosheid. Zo kunnen ze op tijd de juiste copingvaardigheden gebruiken. Deze vaardigheden moeten concreet aangeleerd en geoefend worden. Om dit ook in het dagelijks leven te kunnen toepassen, is ook steun van de omgeving belangrijk.

Voor mensen met een LVB is ervaringsgericht leren en veel herhalen belangrijk. Ze hoeven niet altijd te praten of te begrijpen waarom iets werkt. Ze leren vooral door te ervaren dat iets werkt en door de positieve gevolgen te merken.

Binnen deze behandeling kan de deelnemer door succeservaringen en zelfvertrouwen groeien. Zowel in diens vaardigheden als in diens geloof in eigen kunnen.

De werkzame onderdelen van deze interventie zijn gebaseerd op een intervention mapping studie. Deze studie is uitgevoerd onder PMT-ers die werken met deze doelgroep en problematiek.
De opzet die hieruit kwam, is verder besproken en aangepast tijdens een studiedag van de beroepsvereniging PMT en in bijeenkomsten met PMT-ers. Daarna hebben 7 deelnemers en 10 uitvoerende PMT-ers van 5 instellingen feedback gegeven over de:

  • uitvoerbaarheid
  • succesfactoren
  • en risicofactoren van de interventie en handleiding

De aanpassingen die hieruit kwamen, zijn verwerkt in de handleiding.

Tijdens een 5-daagse bijscholing gaven 16 PMT-ers opnieuw feedback op de aangepaste interventie en werkwijze. Behandelevaluaties worden nu verzameld door de uitvoerende PMT-ers. De eerste resultaten zijn positief.

Meer informatie?

Neem contact met ons op.