Naar hoofdinhoud Naar footer

Marianne Bon: Leven met Niet-Aangeboren Hersenletsel

Marianne Bon vertelt in een interview over haar leven met niet-aangeboren hersenletsel. Er zijn dingen die moeilijk gaan, maar ze is ook trots: “Ik leer elke dag en ik wil mij ook blijven ontwikkelen.”

Marianne is 47 jaar. Toen zij 15 jaar was ging ze op de fiets naar school en werd zij aangereden door een auto. Daardoor heeft zij traumatisch hersenletsel opgelopen. “Ik heb door het ongeluk 15 dagen in coma gelegen. Toen ik uit mijn coma ontwaakte ben ik ‘opnieuw geboren’. Ik wist niets meer van mijn leven voor het ongeluk. Ik heb een nieuw karakter gekregen. Ook heb ik alles opnieuw moeten leren, zoals praten, lopen en zindelijk worden. Met mijn emoties leren omgaan was nog het moeilijkst. En dat is soms nog lastig”, vertelt Marianne.

Wat doe je in het dagelijks leven?

“Ik doe vrijwilligerswerk. Ik werk als datatypiste voor het Streekarchivariaat Noordwest - Veluwe. Het Streekarchivariaat wil moderniseren. Alles staat daar op papier in het archief en ze willen dat het gedigitaliseerd wordt. Ik voer daar de controle op uit. Dat houdt in dat ik controleer of de juiste tekst bij de juiste foto staat. Daarnaast doe ik ook vrijwilligerswerk bij de Sociale Adviesraad Harderwijk.”

Wat vind je leuk om te doen?

“Ik wil er graag zijn voor andere mensen. Ik vind het leuk als ik hen blij kan maken. En ik help en informeer graag mijn medemensen met NAH. Ook speel ik saxofoon. Ik ben lid van twee harmonieën.”

Zijn er dingen die moeilijk gaan?

“Ik heb moeite met plannen en structureren. Hierdoor maak ik bijvoorbeeld wel eens drie afspraken op een dag op dezelfde tijd. Dat ontdek ik soms pas op de dag zelf. Het gaat momenteel gelukkig een stuk beter. Ik heb mijn agenda geordend op de kast gelegd zodat ik een duidelijk overzicht heb voor mijzelf. Mijn man Ben helpt mij en is ook mantelzorger. Aan de ene kant vind ik het vervelend dat ik afhankelijk ben van anderen, maar aan de andere kant ben ik daardoor niet alleen. Ik houd van sociale contacten. En dingen gaan bij mij beter met iemand naast mij. Steun uit mijn omgeving is heel belangrijk.”

Waar ben je trots op?

“Dat ik sociaal ben en aardig voor anderen. Dat ik ben wie ik ben en dat ik mijn vrijwilligerswerk goed doe. Ik ben trots dat ik dat werk mag doen. En dat het mij lukt! Ik leer elke dag en ik wil mij ook blijven ontwikkelen.”

Heb je een tip voor mensen zonder NAH? En een tip voor zorgprofessionals?

“Ik wil iedereen de tip geven: vraag om hulp als iets moeilijk voor je is. Dat maakt het leven zoveel aangenamer. Hulp hoeft niet per se blijvend te zijn. Het kan ook een stap op weg zijn. Ik vind het belangrijk om aan zorgprofessionals mee te geven dat NAH een lichamelijke aandoening is en zeker niet psychisch, maar wel een hersenbeschadiging. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor NAH, zodat er nog meer begrip voor de cliënten ontstaat.”

Meer informatie:

Downloads

Deel deze pagina via: