Flexwonen bij de Raphaëlstichting: klein en praktisch beginnen
Gepubliceerd op: 04-12-2025
De Raphaëlstichting startte met Flexwonen door klein en praktisch aan de slag te gaan. Ze vormden 2 bestaande ruimtes om tot flexkamers en konden zo 4 cliënten en hun gezinnen direct meer lucht geven. Nu kijkt de organisatie of en hoe ze kunnen opschalen.
Lange wachtlijsten en groeiende druk op gezinnen waren voor de Raphaëlstichting aanleiding om nieuwe woonvormen te ontwikkelen. ’Ik maak me zorgen over de toekomst van de zorg’, zegt projectleider Nicole Maartens. ‘Als we in de toekomst meer cliënten zorg willen geven, dan is Flexwonen een goede optie. Zo kunnen 2 of 3 cliënten gebruik maken van één plek.’
‘We zagen de maatschappelijke vraag én de vraag van ouders’, vult zorgmanager Martine Messchaert aan. ‘Het is goed als zij een paar dagen in de week ontlast worden, want de druk op hen is anders te groot. We boden al wel logeren. Maar het is lastig om daar medewerkers te vinden, vooral in het weekend. Begeleiding à la carte 2 van Vilans kwam precies op tijd om het idee van Flexwonen een zetje te geven.’
Begeleiding à la carte 2 van Vilans kwam precies op tijd om het idee van Flexwonen een zetje te geven.
Martine Messchaert, zorgmanager
Passend bij de eigen visie
Als deelnemer aan het lerend netwerk bracht de Raphaëlstichting een bezoek aan de Prinsenstichting. ‘De Prinsenstichting laat zien dat er manieren zijn om woonplekken te organiseren, die anders zijn dan we gewend zijn vanuit het intramurale denken’, aldus Maartens. ‘Maar één-op-één hun aanpak knippen en plakken werkt niet. Je moet zoiets aan je eigen organisatie aanpassen. De Prinsenstichting heeft bijvoorbeeld tiny houses buiten de woonvoorzieningen. Wij willen het Flexwonen verbinden aan de woongroepen, dat past beter bij onze visie.’
Flexwonen verbreed en verdiept
Flexwonen is een combinatie van logeren en deeltijd wonen, waarbij meerdere cliënten gebruikmaken van één bed op een woonlocatie. Prinsenstichting ontwikkelde deze vernieuwende aanpak, met ondersteuning van Vilans, tijdens het programma Begeleiding à la carte 1. Tijdens Begeleiding à la carte 2 heeft Prinsenstichting de aanpak doorontwikkeld en haar ervaringen gedeeld in een lerend netwerk met andere zorgorganisaties, waaronder Raphaëlstichting en Esdégé-Reigersdaal. Deze organisaties hebben de aanpak toe- en aangepast aan hun eigen context en cultuur. Door met elkaar te leren is de aanpak Flexwonen verbreed en verdiept.
Praktische benadering
De Raphaëlstichting koos vervolgens voor een praktische benadering. Messchaert keek waar ze ruimte konden maken. Dat deed ze samen met teamleider Simone de Krijger. ‘Er werd niet meteen een grote opdracht aan gehangen’, vertelt De Krijger. ‘We zijn gaan kijken: waar kunnen we Flexwonen snel realiseren, zonder dat we er veel gedoe van hebben. Toen vonden we 2 plekken die geschikt zouden zijn en zijn we direct van start gegaan.’
Die start bestond uit het benaderen van 15 externe dagbestedingscliënten en hun ouders. ‘Deze cliënten stonden op de wachtlijst voor wonen’, vervolgt De Krijger. ‘We hebben aan hen gevraagd of ze interesse hadden in Flexwonen. Dat was bij een aantal van hen zo. Een aantal ouders begon thuis de urgentie te voelen.’
Korte lijnen
Messchaert en de Krijger kregen groen licht om de aanpak direct in te voeren. ‘De eerste flexkamer is ingericht op een volwassenengroep met zorg en begeleiding en de tweede op een kind-jongerengroep’, vertelt Messchaert. ‘Daarbij hebben we bewust gekozen voor korte lijnen. We hebben geen casemanager. De teamleider neemt het casemanagement voor de locatie op zich. Verder heeft de persoonlijk begeleider van de flexbewoner vrijgestelde uren om contact met ouders te onderhouden. Het is ons model voor organiseren. Weinig overhead en dichtbij.’
In gesprek over tarieven
De financiering was wel een grote hobbel. ’Tarieven zijn niet altijd realistisch’, zegt Maartens. ‘Voor logeren bijvoorbeeld zijn de tarieven voor alle zorgzwaartepakketten hetzelfde. Verder kan tijdelijke leegstand een financiële uitdaging zijn. Deze uitdagingen bespreken we met de zorgkantoren. Zij staan open voor Flexwonen, want bij Flexwonen kijkt je veel concreter naar wat echt nodig is per cliënt. We vinden het een maatschappelijke verantwoordelijkheid om dat te doen: niet meer zorg geven dan nodig is.’
Bij Flexwonen kijkt je veel concreter naar wat echt nodig is per cliënt. We vinden het een maatschappelijke verantwoordelijkheid om dat te doen.
Nicole Maartens, projectleider
Wat daarbij ingewikkeld is, zijn de verschillen tussen zorgkantoren. ’Het is lastig als je in meerdere zorgkantoorregio’s zit’, vervolgt Maartens, ‘Per zorgkantoor wisselt de financiering op onderdelen. We zoeken nu de verbinding tussen die zorgkantoren. Projecten als Flexwonen doen we voor de organisatie als geheel en niet alleen voor locaties in een bepaalde regio.’
Positief voor cliënten, ouders en teams
De ervaringen met de eerste 2 flexwoonplekken zijn intussen positief. ‘We hebben samen met de ouders uitgevonden hoe we het gingen doen’, aldus Messchaert. ‘Daardoor is de band met hen heel goed. En we zien ook dat deze oplossing heel fijn is voor cliënten. De omgeving van hun flexwoonplek is al bekend, doordat ze op het terrein dagbesteding hebben. Daardoor kennen ze ook vaak de medecliënten al. De overgang naar een paar dagen in de week hier wonen wordt zo minder groot.’
‘Ik zie dat ook de teams helemaal vóór deze aanpak zijn’, aldus De Krijger. ‘Ze hebben een extra bewoner en je zou dus zeggen extra werk. Toch zijn ze super verwelkomend. Ze snappen dat Flexwonen kan helpen om meer cliënten een woonplek te bieden. En we zien dat dit echt een optie is om ouders te ontlasten. Zo houden ze het thuis langer vol met hun kind.’
Ik zie dat ook de teams helemaal vóór deze aanpak zijn. Ze snappen dat Flexwonen kan helpen om meer cliënten een woonplek te bieden.
Simone de Krijger, teamleider
Flexwonen als structureel onderdeel
Al met al is Flexwonen bij de Raphaëlstichting in korte tijd van idee naar realiteit gegaan. ‘Door praktisch te handelen en flexibel met ruimtes om te gaan, kunnen we cliënten en families lucht geven’, aldus Maartens. ‘We gaan nu een toolkit maken voor andere locaties. Met daarin onder meer checklists, een toelichting op verschillende zorgvormen, zoals Volledig Pakket Thuis, Modulair Pakket Thuis en Flexwonen, en een voorbeeldbrief voor cliënten en verwanten. Over een jaar hoop ik dat er op iedere hoofdlocatie 1 of 2 flexwoonplekken structureel onderdeel zijn van het zorgaanbod.’
Zelf met Flexwonen aan de slag? Dit zijn de tips van de Raphaëlstichting
- Begin klein en praktisch. Start met bestaande ruimtes en snelle oplossingen. Leer door te doen.
- Pas de aanpak aan op je organisatie.
- Schaal stap voor stap op. Breid de aanpak uit als het stabiel is.
- Zorg voor draagvlak bij teams. Leg de nadruk op de waarde voor cliënten én gezinnen.
- Werk met korte lijnen. Geef teams mandaat en houd de organisatie simpel en dichtbij.
- Betrek ouders actief. Ontwerp samen met ouders. Dat vergroot vertrouwen en draagvlak.
- Maak realistische afspraken met zorgkantoren. Betrek en informeer de zorgkantoren op tijd bij ontwikkelingen.
- Leg vast wat werkt. Leg ervaringen vast in een toolkit voor andere locaties.