Naar hoofdinhoud Naar footer

Risicoafweging bij epilepsie

Epilepsieaanvallen kunnen gepaard gaan met verschillende risico’s. De risico’s kunnen onder andere aanwezig zijn in het wonen, op het werk, de dagbesteding of de opleiding, bij deelname aan het verkeer en bij sport en vrijetijdsbesteding. Daarnaast kan er ook sprake zijn van nachtelijke risico’s.

Besluitvorming risico's

Hoe iemand over risico’s denkt is voor iedereen anders: wat de één gevaarlijk vindt, kan voor een ander wel acceptabel zijn. Iedereen heeft zijn eigen visie over wat wel aanvaard kan worden en wat niet. Soms worden er duidelijke regels opgelegd, maar daarnaast zijn er ook praktische oplossingen die risico’s kunnen verkleinen. Denk hierbij aan het hebben van zachte vloeren, het dragen van een valhelm of een inductiekookplaat om de risico’s te verkleinen. Er bestaan echter ook veel gevallen waarvoor geen duidelijke voorschriften aanwezig zijn. Bij de besluitvorming rondom risico’s is het belangrijk om een afweging te maken die is toegespitst op de individuele cliënt.

Verantwoord omgaan met risico's

Het verantwoord omgaan met risico’s in relatie met de kwaliteit van leven bij mensen met epilepsie (en een verstandelijke beperking) is een wezenlijk onderdeel van de epilepsiezorg.

Er zijn veel verschillende risico’s te bedenken die bij epilepsie afgewogen dienen te worden. Onder andere:

  • Het risico om te vallen
  • Het risico om botten te breken
  • Het risico van verbranding
  • Het risico van verdrinking

Het mijden van deze risico’s, en daarmee het kiezen voor een stukje veiligheid, betekent vaak dat men moet inleveren op iets anders. Er moet bijvoorbeeld ingeleverd worden op een stukje vrijheid, plezier, op beweging, het ondernemen van activiteiten of het ontwikkelen van jezelf. Het mijden van risico’s kan dus betekenen dat men inlevert op een stuk van de kwaliteit van leven.

De juiste afweging maken

Het maken van een juiste, bewuste afweging van de risico’s biedt mensen met epilepsie en een verstandelijke beperking de ruimte om deze kwaliteit van leven zoveel mogelijk te behouden. Het is van belang om een goede balans te vinden doordat de afweging toegespitst wordt op de individuele cliënt. Vanuit verschillende invalshoeken moet gekeken te worden naar de aanwezig risico’s. Hierbij moet in ieder geval de cliënt zelf en zijn ouders of familie bij betrokken worden maar daarnaast ook bijvoorbeeld een neuroloog, de orthopedagoog of hoofdbehandelaar, de AVG en de betrokken werk- en woonbegeleiders. Het risico kan zo vanuit verschillende invalshoeken, multidisciplinair bekeken worden, zodat een bewuste afweging gemaakt wordt, waarbij de kwaliteit van leven van het individu voor ogen wordt gehouden.

Lees meer over risicoafweging: