Onderzoek Beroepsgeheim in de samenwerking tussen sociale en zorgprofessionals

Gepubliceerd op: 12-03-2019

In opdracht van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving en de Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft Kantar Public in de periode december 2016 – januari 2017 een quickscan uitgevoerd. Daarbij werd gekeken hoe verschillende professionals omgaan met het beroepsgeheim in samenwerking tussen sociale en zorgprofessionals.

Het onderzoek is uitgevoerd met hulp van tien beroepsverenigingen. Zij hebben professionals via nieuwsbrief en website zoveel mogelijk op de hoogte gebracht van het onderzoek. In totaal hebben 400 professionals aan het onderzoek meegewerkt. Het onderzoek moet vooral in kaart brengen wat de ervaringen en knelpunten zijn met het beroepsgeheim. In de resultaten is onderscheid gemaakt tussen huisartsen, overige artsen, verpleegkundigen, jeugdhulpverleners en pedagogen/therapeuten.

Download het rapport

​Belangrijkste conclusies

• De contacten tussen sociale en zorgprofessionals verlopen niet altijd volgens bepaalde regels. Als er wel regels zijn dan bieden deze niet altijd houvast. 41% tot 73% van de professionals heeft nog nooit te maken gehad met een overkoepelende evaluatie naar aanleiding van een incident.
• Het beroepsgeheim draagt bij aan veiligheid en/of goede zorg voor de cliënt/patiënt. Daarnaast werkt het ook vertragend. Daarbij zijn niet-medische professionals kritisch over de invloed op de samenwerking met andere professionals.
• De regels rond het delen van persoonsgegevens zijn duidelijker voor artsen dan voor andere professionals.
• Een meerderheid van de sociale en zorgprofessionals heeft ervaring met het doorbreken van het beroepsgeheim. Daarbij is hun doel om toestemming van de cliënt/patiënt te verkrijgen.
• De praktijk rond het beroepsgeheim en/of beroepscode en bescherming van persoonsgegevens hoeft te veranderen. Wel zijn er een aantal kansen tot verbetering.