Naar hoofdinhoud Naar footer

4 tips voor hygiënisch werken in de gehandicaptenzorg

Gepubliceerd op: 14-06-2023

Hygiënisch werken in de gehandicaptenzorg blijkt lastig. Vooral bij mensen met een licht verstandelijke beperking gaat alles op een huiselijke manier en doe je meer samen. Dat is heel waardevol. Alleen blijkt er dan vaker minder bewustzijn op hygiëne te zijn. Tegelijk zijn er wel mogelijkheden. Welke tips zijn er?

Tijdens de webinar geven experts inzicht in de moeilijkheden en mogelijkheden van infectiepreventie in de gehandicaptenzorg. Ze geven nog extra praktijkvoorbeelden en tips, naast de tips in dit artikel. Deze webinar is gegeven tijdens de ‘Week van de infectiepreventie’ in mei 2023.

Webinar terugkijken? Kijk dan hier. Op deze pagina vind je daarnaast handige tips over algemene, persoonlijke en handhygiëne.

Het belang van infectiepreventie is groot om besmettingen, uitbraken en ernstig ziek worden te voorkomen. Maar er is ook de dagelijkse hectiek. Begeleiders doen veel verschillende dingen, soms tegelijk. Dan is het moeilijker om aan alles te denken. Het is zoeken naar wat past, kan, en nodig is volgens het toetsingskader. Het gaat over een goede balans vinden tussen veiligheid en kwaliteit van leven, per doelgroep en per persoon. Het is dus maatwerk. Welke 4 tips geven experts?

1. Maak het makkelijk

In de dagelijkse drukte moet hygiënisch werken makkelijk te doen zijn. Dus zorg voor de juiste materialen binnen handbereik, zoals zeep en prullenbakken. Als je ver moet lopen, dan werkt het niet. En een katoenen handdoek is snel onhygiënisch. Iedereen droogt er zijn handen mee af. Die kun je eenvoudig vervangen door papieren handdoekjes.

2. Zorg voor duidelijkheid over het gebruik van materialen

Het is niet voor iedere medewerker duidelijk wanneer je bijvoorbeeld wel of geen handschoenen moet dragen. Sommigen dragen daarom altijd handschoenen. Maar dat is niet zo veilig als het lijkt, want je raakt alles en iedereen daarmee aan. Zo kun je anderen besmetten. Dit moet je uitgelegd krijgen. Je hoeft handschoenen bijvoorbeeld niet bij iedere handeling aan te doen, alleen als je in aanraking komt met lichaamsvloeistoffen.

3. Spreek een minimaal aantal basisregels af

De vele regels voor hygiënisch werken zijn moeilijk om allemaal te onthouden. Spreek met elkaar af hoe je wilt werken en welke basisregels daarbij horen. Die regels hang je bijvoorbeeld overal op. Het is makkelijker om je aan een paar regels te houden. Het is ook makkelijker om elkaar daarop aan te spreken. Zo van: ‘Dit hadden we toch met elkaar afgesproken? Waarom doe jij het nu anders?’

Bij afspraken over basisregels maak je ook een overzicht van de risico’s op besmetting of uitbraken. En wat mogelijke gevolgen zijn. Vervolgens bespreek je welke risico’s acceptabel zijn. De afspraken hierover leg je vast. Het is belangrijk om hierover te praten, omdat je een afweging maakt over de veiligheid en kwaliteit van leven van mensen met een beperking.

Voor veel organisaties die met verschillende doelgroepen werken, betekent dit maatwerk. Tijdens corona bijvoorbeeld moest je mondkapjes dragen. Dat gaf soms veel stress bij sommige cliënten. Dan kijk je hoe het zo veilig mogelijk op een andere manier kan.

4. Zorg voor sturing

Je hebt een bestuur nodig die infectiepreventie op de agenda zet en stuurt op de afspraken die je met elkaar maakt. Dat gaat over een visie op ‘hoe we hier werken’. Een commissie of werkgroep infectiepreventie met aandachtsvelders of aandachtsfunctionarissen helpt om de aandacht en energie hierop te houden. En die hoort wat er speelt bij medewerkers. Een commissie kan advies vragen aan en samenwerken met een deskundige infectiepreventie (zie kader).

Bij veel verloop kan het handig zijn om aandachtsvelders niet per team, maar centraal te organiseren. Bijvoorbeeld bij het verpleegkundige of medische team. Je hebt mensen nodig die veel van het onderwerp af weten en direct kunnen handelen wanneer dat nodig is.

Wat doet een deskundige infectiepreventie?

Een deskundige infectiepreventie zet zich in voor goede hygiëne en helpt verspreiding van besmettelijke ziekten of infecties te voorkomen. Bijvoorbeeld door:

  • organisaties te ondersteunen bij het maken van protocollen;
  • organisaties te adviseren over infectiepreventie in een woonsituatie of verblijfsituatie;
  • infectiepreventiebeleid te ontwikkelen, implementeren en evalueren;
  • trainingen te verzorgen;

uitvoeren van audits die inzicht geven in wat goed gaat en wat beter kan. De audits geven ook inzicht of een organisatie aan het toetsingskader van de IGJ voldoet.

Lees meer 

Deel deze pagina via: