Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

‘Afleren om meteen aan oplossingen te denken’

Gepubliceerd op: 11-05-2021

De invoering van beeldbellen bij De Twentse Zorgcentra tijdens de eerste coronagolf legde een basis voor versnelde innovatie. ‘Alle medewerkers zien nu de toegevoegde waarde van technologie.’ Bestuurder Annamiek van Dalen vertelt over innovatie.

Hoge werkdruk

Tijdens de coronapandemie was de werkdruk hoog. De dagelijkse zorg slokte bijna alle aandacht op. Het was moeilijk om de roosters van het personeel rond te krijgen. Toch probeerde de organisatie vooruit te kijken. Langlopende projecten werden zoveel mogelijk voortgezet.

Technologie vanzelfsprekend onderdeel

Zoals de deelname aan het eerste deel van programma de Innovatie-impuls gehandicaptenzorg (IIG) dat in september 2019 startte. Dit programma begeleidde de deelnemers bij de selectie en implementatie van technologie. Adviseurs van Academy Het Dorp en Vilans boden een vaste methode aan om de wensen van cliënten in kaart te brengen. Vervolgens werkten ze in stappen toe naar de daadwerkelijke invoering en toepassing. Doel van het programma was om de cultuur te veranderen bij organisaties in de gehandicaptensector: het gebruik van technologie moest een vanzelfsprekend onderdeel worden van de werkprocessen.

Behoefte van de cliënt

Annamiek geeft aan waarom het voor De Twentse Zorgcentra interessant was om mee te doen. ‘Er was een roep vanuit de organisatie dat we “aan innovatie moesten doen”. De verschillende locaties schaften interactieve instrumenten en andere vormen van technologie aan, maar daar zat geen visie van de organisatie achter. Het werd gekocht omdat bijvoorbeeld een medewerker ergens enthousiast over was, terwijl je je beter af kon vragen of iets geschikt is. Verder zag ik dat we gemakkelijk naar een oplossing sprongen zonder vanuit de behoefte van een cliënt te redeneren, of alternatieven te verkennen,’ aldus Annamiek.

Ingewikkelder dan gedacht

‘De aanpak van het programma paste goed bij ons, omdat we redelijk blanco zijn als het gaat om technologieprojecten’, aldus Annamiek. Maar gaandeweg ontdekte ze dat deelname ingewikkelder was dan gedacht. In wisselende samenstelling werkten tien tot vijftien medewerkers samen. Zij waren afkomstig van verschillende afdelingen, waaronder de raad van bestuur. Doel was te inventariseren waar technologie de kwaliteit van leven van bewoners en de kwaliteit van de zorg kan verbeteren.

Geen gezamenlijk resultaat

Annamiek: ‘Zorgmedewerkers, IT-medewerkers en mensen van andere afdelingen bedachten vanuit hun eigen eiland en vanuit hun eigen belang wat goed zou zijn voor de cliënt. Er werd niet toegewerkt naar een gezamenlijk resultaat. De onderlinge samenwerking kwam niet van de grond. En toen we bewoners gingen bevragen, merkten we dat ze antwoorden gaven waarin te veel rekening werd gehouden met de werkwijze van de zorgmedewerkers. We hadden bijvoorbeeld bedacht dat bewoners het prettig zouden vinden om iets anders te doen op momenten dat ze moesten wachten op hulp van een zorgmedewerker. Die momenten doen zich vrij vaak voor. Maar de bewoners gaven aan dat “wachten erbij hoort want de medewerkers hebben het al zo druk”.’  

De externe adviseur van de IIG analyseerde de gang van zaken. Haar advies was om niet door te gaan naar de tweede ronde van de Innovatie-impuls. ‘Dat was een teleurstelling, maar het advies sloot aan bij mijn eigen observaties’, aldus Annamiek. Zij besloot om haar organisatie terug te trekken uit het programma.

Beeldbellen in tijden van corona

En toen kwam corona. ‘Met stoom en kokend water hebben we het beeldbellen geïntroduceerd. Dat kenden we nog niet. Onder veel druk om met elkaar in contact te kunnen blijven, hebben we in de hele organisatie MS Teams ingevoerd. En toen kwam de samenwerking tussen de medewerkers van de verschillende afdelingen wel tot stand, werden eigen belangen aan de kant geschoven. Erg leuk dat op een moment met veel urgentie de voorwaarden voor snelle innovatie wel aanwezig zijn.’

Snelle afspraken

Nadat de eerste coronagolf was weggeëbd heeft De Twentse Zorgcentra de invoering van het beeldbellen geëvalueerd. ‘De technologie is als positief ervaren. Dat geldt zowel voor het elkaar fysiek kunnen zien als voor bijvoorbeeld het terugbrengen van de reistijd van medewerkers. Er is veel meer flexibiliteit ontstaan. Afspraken met verwanten die ver weg wonen, komen bijvoorbeeld sneller tot stand. De hoofdconclusie is dat beeldbellen een “blijvertje” is waar we enthousiast over zijn en dat we nu meer open staan voor andere technologieën die voor een vergelijkbaar resultaat kunnen zorgen.’ Ze geeft aan dat het beeldbellen wel eenvoudiger moet worden gemaakt. Voor sommige cliënten is het moeilijk inpasbaar in hun leven, of is de techniek te ingewikkeld.

Nieuw enthousiasme

In het evaluatiegesprek vroeg de begeleider vanuit de Innovatie-impuls of De Twentse Zorgcentra wilde deelnemen aan een nieuwe themagroep. Die is opgezet voor zorgorganisaties die na hun ervaringen in de coronatijd behoefte hebben aan meer borging van aangeschafte technologie. Samen met andere organisaties nam De Twentse Zorgcentra deel aan dit corona-themanetwerk. De organisaties hadden verschillende vragen naar aanleiding van hun ervaringen. De een wilde ondersteuning bij het ontwikkelen van een visie, de ander was op zoek naar handvatten voor het creëren van draagvlak in de organisatie en het verder opschalen van technologie.

Open blik

Het samen optrekken met collega-organisaties was voor Annamiek een van de belangrijkste pluspunten van het programma. ‘In de netwerkbijeenkomsten bracht iedereen zijn ervaring in over de ontwikkeling die je als organisatie doormaakt. Wij hadden wel wat te leren. We hadden de open blik van de buitenwereld nodig om onze eigen blik te verbreden. Al was het alleen maar omdat in de toenmalige cultuur bij technologische innovaties de gewoonte nogal sterk aanwezig was om direct te kiezen voor een bekende oplossing. En we moesten nadenken over wat de inzet van technologie betekent voor de inrichting van de organisatie. Laten we eerlijk zijn, met de aanschaf ervan is best veel geld gemoeid.’

Visie ontwikkelen

De volgende stap voor De Twentse Zorgcentra is het ontwikkelen van een visie voor het inzetten van technologie die cliënten en bewoners ondersteunt. Daarnaast is De Twentse Zorgcentra bezig met een verbeterslag van de ICT-infrastructuur. Voor alle medewerkers is een nieuwe online werkomgeving ingericht en zijn laptops, tablets en smartphones beschikbaar gesteld. ‘We waren daar al mee bezig. Dit zorgt straks voor een versnelling van de innovatie’, verwacht Annamiek.

Cultuurverandering

Voor de komende tijd is het idee om inspiratiesessies met cliënten te organiseren zodat andere cliënten, verwanten en medewerkers kennis maken met de voordelen van technologische oplossingen. ‘Doel is om de kwaliteit van leven van de bewoners te verbeteren. Het zou mooi zijn als de methodiek die we nu leren om technologie te selecteren straks een automatisme wordt. Het gaat om een cultuurverandering en daar is tijd voor nodig.’   

Over de Twentse Zorgcentra

De Twentse Zorgcentra is de grootste aanbieder van zorg en diensten voor mensen met een verstandelijke beperking in Twente. De kleinschalige locaties in gemeenten als Tubbergen, Almelo en Nijverdal en grotere locaties in Losser en Enschede bieden een breed aanbod aan dagbestedingsactiviteiten, ambulante begeleiding en behandeling.

Over Annamiek van Dalen

Annamiek van Dalen is sinds mei 2018 lid van de raad van bestuur van De Twentse Zorgcentra in Enschede. Van 2006 tot 2018 was ze lid van de raad van bestuur van zorgorganisatie Frion in Zwolle, eveneens een organisatie voor de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Zij heeft haar wortels in het onderwijs. Als docent, directeur van een pedagogische academie en als lid van de raad van bestuur van Saxion Hogescholen.

Lees meer over innovatie en de gehandicaptensector

Deel deze pagina via: