Naar hoofdinhoud Naar footer

Gehoorscreening

Laatst bijgewerkt op: 29-09-2025

Van iedere cliënt willen we weten wat hij hoort. De gehoorscreening is daarbij een belangrijke stap om hier achter te komen.

Het doel van de screening is vroegtijdig opsporen van een- of tweezijdige slechthorendheid bij mensen met een verstandelijke beperking. Deze screening is objectief, betrouwbaar, eenvoudig en snel uitvoerbaar. Je kunt de screening zien als de eerste stap. Als een vervolgonderzoek nodig is, dan heet dat een gehooronderzoek of gehoordiagnostiek.

Nuttig voor begeleiders én cliënten

Niet alle cliënten zullen een gehoorapparaat gaan dragen bij gehoorverlies, bijvoorbeeld cliënten met een ernstig meervoudige beperking of iemand die bekend is met oorontstekingen. Maar ook dan nog is het handig om te weten wat de cliënt kan horen. Het is fijn om dingen te weten als: hoort de cliënt rechts of links beter? Reageert de cliënt beter op lage tonen dan hoge tonen? Met antwoorden op deze vragen kun je je begeleiding en communicatie goed afstemmen op het gehoorverlies.

Wanneer is een gehoorscreening nodig?

Als een van de onderstaande punten van toepassing is, is het nodig dat het gehoor van de cliënt gescreend wordt. 

  • ontbrekende of verouderde gehoorgegevens (meer dan 5 jaar oud);
  • aanwijzingen voor een verminderd gehoor;
  • gedrags- of communicatieproblemen;
  • een leeftijd van 5, 10, 15 en boven de 40 jaar;
  • een syndroom dat gepaard gaat met een verhoogd risico op gehoorstoornissen;
  • slechtziendheid, omdat mensen die slechtziend zijn, moeten compenseren met hun gehoor. Dat betekent een score van <0.3 of een beperking van het gezichtsveld <30 graden.

Ga eens na hoe de screening werkt bij jouw organisatie

Elke organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking is zelf verantwoordelijk voor de gehoorscreening. Vragen hierover kun je stellen aan de logopedist, medische dienst, AVG, verpleegkundige of huisarts.

Bij cliënten die al bekend zijn met gehoorverlies, is gehoorscreening niet zinvol. We weten immers al dat ze slechthorend zijn. Zij worden naar een audiologisch centrum verwezen voor gehooronderzoek eens in de 3 tot 5 jaar.

Wat gebeurt er bij een gehoorscreening? 

De screening bestaat bij voorkeur uit twee stappen. Daarbij is het belangrijk dat de oren schoon zijn voor de oren worden gescreend. Neem hierbij ook de cliënt en de mensen om de cliënt mee in wat er tijdens de screening ongeveer gaat gebeuren. Je kunt ook onderstaande video bekijken. 

Stap 1

Otoscopie: met een lampje wordt gekeken in de oren of ze schoon zijn.
Tympanogram: dit is een apparaatje met een dopje dat in de gehoorgang wordt gebracht. Het meet de beweeglijkheid van het trommelvlies.
Meting van otoakoestische emissies (OAE): de cliënt krijgt een dopje in de gehoorgang. Het dopje bevat gevoelige meetapparatuur dat registreert in hoeverre kleine signaaltjes (emissies) in het oor aanwezig zijn. Als de gehoorfunctie tot en met het slakkenhuis onbeschadigd is, zal het geen probleem zijn om deze signaaltjes op te wekken en te registreren. Als de onderzoeker geen emissie meet, is dat een aanwijzing voor mogelijk gehoorverlies. 

Afname van een tympanogram en OAE is alleen mogelijk als de gehoorgangen doorgankelijk zijn. Indien er afwijkingen geconstateerd worden, volgt een verwijzing naar de arts VG of huisarts. Als er geen afwijkingen worden gevonden op tympanogram en OAE, worden er vervolgafspraken gemaakt voor herhalingsscreening. Dit is over het algemeen over 5 jaar. Indien er sprake is van afwijkingen of de test lukt niet betrouwbaar, dan volgt de tweede stap. 

Stap 2

De tweede stap bestaat uit toonaudiometrie. Dit is een hoortest waarin met tonen wordt gemeten hoe gevoelig het oor is. Dit noemt men ook wel de piepjestest.

Bij mensen met een ernstige tot zeer ernstige verstandelijke beperking zal stap 2 van de gehoorscreening vaak moeilijk uitvoerbaar zijn. Dan kan na stap 1 direct gekozen worden voor diagnostisch onderzoek. Daarmee wordt de belasting voor de cliënt beperkt.

Na de screening zal per cliënt een screeningsformulier ingevuld worden met daarop de uitkomst van de screening. Hierop zal aangegeven worden of er een vervolgstap nodig is. Dit verslag wordt overlegd met de contactpersoon. Mocht uit de screening blijken dat de cliënt mogelijk gehoorverlies heeft, zal de cliënt verder onderzocht moeten worden door middel van diagnostisch onderzoek in een audiologisch centrum. 

Lees meer

Op de website van Philadelphia vind je een praktijkverhaal over hoe nuttig een gehoorscreening kan zijn: 'Er kwam zoveel uit, dat hadden we niet verwacht'