Interview Rimke Groenewold - projectleider COPACA

COPACA ontdekte dat er behoefte is aan antwoorden op de vraag hoe het komt dat sommige mensen met afasie beter kunnen communiceren dan praten. Een antwoord op deze vraag is belangrijk voor mensen met afasie en hun naasten, maar ook voor afasietherapeuten en onderzoekers.

Waarom doe je mee aan dit project?

Het onderwerp afasie is ingewikkeld en veelzijdig. Maar door samenwerking met de mensen voor wie het onderzoek bedoeld is, zal het project leiden tot uitkomsten, nieuwe inzichten en (kennis)producten waar iedereen iets aan heeft die hiermee te maken heeft.

Wat ga je doen om je doel te bereiken?

Met veel aandacht luisteren en kijken naar de verschillende gedachten, ideeën en wensen en deze bij elkaar brengen. De projectgroep bestaat uit mensen met een grote schat aan kennis, ervaring, creativiteit en talenten. Die willen we graag gebruiken in ons project om daarvan zoveel mogelijk te leren.

Wanneer ben je tevreden?

Ik ben tevreden als alle leden van het kernteam en de projectgroep kunnen bijdragen op een voor hen prettige manier. Zo vullen wij elkaar aan en maken elkaar sterker. We hebben nu al gemerkt dat we met elkaar tot nieuwe en originele ideeën komen. Dat vind ik geweldig om te ervaren en is een belangrijk pluspunt van participatief actieonderzoek (onderzoek waarbij bestaande praktische kennis opgehaald en getest wordt en de deelnemers samen leren tijdens het onderzoek). Verder ben ik tevreden wanneer we aan het einde van het project beter begrijpen wat het verschil is tussen taal en communicatie: Hoe kunnen we de grote verschillen in communicatievaardigheden tussen mensen met afasie verklaren? En wat maakt iemand met afasie eigenlijk een goede communicator? Tot slot ben ik tevreden als we de inzichten kunnen vertalen naar (kennisproducten) waarvan mensen met afasie en hun naasten echt voordeel hebben.

Hoe wil je zorgprofessionals betrekken bij het onderzoek?

Zorgprofessionals (in dit geval afasietherapeuten) spelen een belangrijke rol in het project. Zij nemen deel aan het kernteam en de projectgroep. Ze gaan zich binnen verschillende werkgroepen met allerlei zaken bezighouden. Ze konden zelf aangeven met welke onderwerpen ze aan de slag willen en hoe sterk ze betrokken willen zijn. Het mooie van hun deelname is dat de vorm en inhoud van de (kennis)producten goed op hun behoeften wordt afgestemd, waardoor die producten voor andere professionals ook interessant en gemakkelijk te gebruiken zijn.