Naar hoofdinhoud Naar footer

Strategieën bij werken aan inclusie: Wijkgericht werken

Gepubliceerd op: 16-11-2021

Laatst bijgewerkt op: 24-11-2023

Wijk- en buurtgericht werken betekent dat je samenwerkt met mensen in de wijk of buurt. De aandacht ligt op het contact met de samenleving en op samenwerking tussen verschillende mensen en organisaties. Ook met kwetsbare bewoners.

In het kort

Type tool

Methode, Achtergrond

Voor wie

Begeleiders, Verzorgenden, Zorgmanagers

Cliëntgroep

Verstandelijke beperking

Bij wijk- en buurtgericht ligt de nadruk op iemands talenten en mogelijkheden. Je kijkt met een positieve blik en gaat ervan uit dat mensen zelf zoveel mogelijk de regie houden over hun leven.

Je werkt samen met de samenleving, op basis van wederkerigheid. Je werkt aan onderlinge ontmoetingen en verbindingen tussen mensen. Daarbij is het goed om aan te sluiten bij wat er al bestaat in de wijk. Zoals bestaande groepen of initiatieven.

Doelen wijk- en buurtgericht werken

Doelen van wijk- en buurtgericht werken zijn:

  • Meer meedoen in de samenleving voor kwetsbare mensen.
  • Meer eigen regie over het eigen leven.
  • Een groter sociaal netwerk.
  • Meer gevoel van eigenwaarde.
  • Nieuwe vaardigheden leren.

Leerprincipes wijk- en buurtgericht werken

In de ondersteuning van kwetsbare mensen wordt al langere tijd wijk- en buurtgericht gewerkt. In het Transitieprogramma langdurende zorg (dat liep tot 2011) zijn belangrijke leerprincipes vastgelegd. Deze principes helpen professionals om beter wijkgericht te werken:

  1. Participeer als aanbieder in netwerken van burgers
    Aanbieders zoeken samen met bewoners naar antwoorden op vragen over wonen, welzijn, zorg en werk. Dat vraagt om een andere manier van denken: minder aanbodgericht en meer gericht op wat mensen nodig hebben en kunnen.
  2. Netwerk binnen en buiten je eigen organisatie
    Vertrouwen en steun krijg je niet vanzelf. Die moet je opbouwen. Betrek collega’s, bestuurders en cliënten, maar ook externe partijen zoals gemeenten, zorgkantoren en woningcorporaties.
  3. Creëer gedeelde verantwoordelijkheid in nieuwe coalities
    Wijkgericht werken is niet alleen een taak van projectleiders, maar van iedereen die betrokken is. Daarvoor zijn nieuwe samenwerkingen nodig tussen wonen, welzijn, zorg en werk.
  4. Meerwaarde is geen gegeven: laat zien wat het is
    Laat zien wat je bereikt en waarom het belangrijk is. Praat met de verschillende partijen (professionals, gemeenten, woningbouwcorporaties, brancheorganisaties, andere zorgorganisaties, burgerplatforms, enzovoort) en leg uit waarom je doet wat je doet.
  5. Niet beheersen, maar loslaten
    Bij wijk- en buurtgericht werken is goede begeleiding belangrijker dan strakke controle. Het kan lastig zijn om de oude werkwijze te veranderen, omdat je je vaak moet verantwoorden voor wat je doet en wat het oplevert. Dit vraagt om ruimte om te kunnen leren en te experimenteren.
  6. Een nieuwe taal vinden voor succes
    Resultaten zijn niet alleen zichtbaar in cijfers. Het gaat ook om wat mensen winnen aan deelname en welzijn. Projectleiders kunnen helpen om een nieuwe taal voor succes te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door te kijken naar maatschappelijke winst, in plaats van alleen naar wat iets kost en oplevert.
  7. Met je hoofd In de wolken, met je voeten In de klei
    Durf te dromen over wat wijkgericht werken kan betekenen voor de zorg. Tegelijkertijd is het belangrijk om goed te weten wat er speelt in de organisatie en in de wijk. Dit vraagt veel van een projectleider: doorzettingsvermogen, kunnen omgaan met tegenslagen, leren van fouten, een verhaal hebben en kunnen overbrengen, en mensen kunnen overtuigen.
  8. Wees niet te optimistisch
    Veranderingen kosten tijd. Er zijn veel partijen met verschillende belangen. Maak daarom een haalbare planning en zorg dat er steun is vanuit bestuur en uitvoering. Zowel tijdens als na het project.
  9. Niet uitrollen, maar maatwerk
    Wat in de ene wijk goed werkt, werkt niet altijd in een andere. Elke omgeving vraagt om maatwerk. Pas je aanpak aan de situatie, de mensen en de organisatie aan.
  10. Verkopen van bestaande initiatieven & leren van anderen
    Sluit aan bij bestaande initiatieven in de wijk of de regio. Zo voorkom je dubbel werk en kun je van elkaars ervaringen leren.

ABCD-methode

Een van de bekende wijkaanpakken is de ABCD-methode. Deze methode is ontwikkeld in de Verenigde Staten, door John McKnight.

ABCD is een afkorting voor Asset-Based Community Development. Het doel is om samen met bewoners te werken aan een buurt waar het goed leven is. Economisch, cultureel en sociaal. Dat gebeurt door mensen met elkaar in contact te brengen en hun talenten en mogelijkheden te ontdekken.

De ABCD-methode bestaat uit 5 stappen:

  1. In kaart brengen wat mensen in de wijk kunnen en waar ze goed in zijn (mapping assets). Kijk wat bewoners, netwerken en organisaties te bieden hebben.
  2. Bouwen aan relaties tussen ‘bronnen’ in de buurt. Verbind mensen, organisaties en voorzieningen in de buurt met elkaar, zodat zij elkaar kunnen helpen en versterken.
  3. De wijk actief betrekken bij nieuwe plannen of initiatieven, zoals buurtprojecten of lokale bedrijven. Zorg voor een duidelijke communicatiewijze in de wijk.
  4. Mensen, netwerken en organisaties samenbrengen om een gezamenlijke visie en plan te maken voor de wijk.
  5. Hulp en middelen zoeken buiten de wijk die kunnen bijdragen aan verbeteringen binnen de wijk.

Lees meer over de ABCD-methode in het artikel 'Leren over eigen kracht in wijken en dorpen' op de website van Movisie.

Ga verder binnen het leerplatform Hard/t voor inclusie