Naar hoofdinhoud Naar footer

Maak jij het verschil voor ouders met een LVB?

Laatst bijgewerkt op: 16-02-2024

Ouders met verstandelijke beperkingen kunnen ‘goed genoeg’ ouderschap laten zien. Om dat te kunnen doen is het belangrijk dat zij goede ondersteuning krijgen. Op deze pagina vind je daar informatie over.

Veel zorgprofessionals geven aan dat zij het lastig vinden om ouders met een verstandelijke beperking te ondersteunen. Ze weten niet altijd wat ze het beste kunnen doen. Ouders zelf zeggen dat ze vaak niet de juiste hulp krijgen en dat opvoeden hen veel stress geeft. Hoe kunnen we deze ouders beter ondersteunen?

Video uitgangspunten ondersteuning ouders

Dit filmpje laat 3 uitgangspunten zien die belangrijk zijn als je ouders met een verstandelijke beperking ondersteunt. Zodat jij voor hen een verschil kunt maken.

Zorg dat ouders bij jou om hulp durven te vragen

Soms vinden ouders het moeilijk om hulp te accepteren. Dan is het belangrijk om een goede band op te bouwen. Ouders die zich prettig voelen bij hun begeleider, vragen sneller om hulp. Dat geldt vooral voor ouders die weinig vrienden of familie hebben om op terug te vallen. Maar het is niet zo dat deze ouders vanzelf hulp vragen aan hun begeleider. Daarvoor is een goede relatie nodig. Vertrouwen is daarbij heel belangrijk: zeg wat je doet en doe wat je zegt.

Werk ook samen met de ouders. Richt je samen op het welzijn van het kind, in plaats van alleen op het gedrag van de ouders. In het welzijn van het kind vinden jullie elkaar, dat is het gezamenlijke doel. Hoe kunnen je daar samen aan werken?

Positieve verwachtingen

Werk met een positieve houding. Geloof jij dat ouders kunnen groeien in hun rol als ouder? Dat ze een betere ouder kunnen worden?

Uit het onderzoek 'Wat Werkt', van het werkgezelschap ouderschap en kinderwens, blijkt dat een groot deel van de begeleiders (41%) niet geloofde dat ouders met een beperking hun opvoedvaardigheden konden verbeteren. Dat is belangrijk om te weten, want hetzelfde onderzoek laat zien dat ouders juist sneller om hulp vragen bij begeleiders die wél geloven dat zij beter kunnen worden in het opvoeden. Wat verwacht jij van ouders?

Uit het onderzoek bleek dat je van te voren niet kunt meten of inschatten hoe goed ouders zullen gaan opvoeden. De enige manier om dit te weten is om de ouders en kinderen goed te observeren tíjdens de opvoeding.

Kies voor een effectieve opvoedinterventie

Ouders met verstandelijke beperkingen zijn goed in staat om opvoedvaardigheden aan te leren. Zij kunnen profiteren van opvoedprogramma’s als deze passen bij hun leerstijl. 

Dit betekent dat je:

  • bij ouders thuis aan het werk gaat;
  • gebruik maakt van visuele ondersteuning. Zoals foto’s, pictogrammen of video;
  • grote taken in kleine stappen verdeelt;
  • gebruik maakt van technieken als voor- en nadoen;
  • positieve feedback geeft.

Opvoedinterventie met video

Onderzoek laat zien dat ouders praktische opvoedvaardigheden kunnen leren. Zoals luiers verschonen en flesjes maken. Maar ook sensitiviteit is onmisbaar in de opvoeding. Sensitiviteit is het je kunnen verplaatsen in het kind en van daaruit het kind ondersteunen. Dit zorgt mede voor een veilige gehechtheid van het kind.

Een programma dat zich richt op de sensitiviteit van ouders en al bewezen werkt voor ouders zonder beperking is VIPP-SD (Video-feedback Intervention to Promote Positive Parenting and Sensitive Discipline). Voor het onderzoek 'Wat Werkt?' is deze opvoedinterventie aangepast aan de leerstijl van ouders met een verstandelijke beperking. Deze VIPP-LD (Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting for parents with Learning Difficulties) is vervolgens wetenschappelijk onderzocht.

Voor de hele groep ouders ging de opvoedingsstress omlaag. En vooral ouders met een laag adaptief vermogen leerden door de interventie betere opvoedvaardigheden.

Betrek het sociale netwerk van ouders bij ondersteuning

Niet alleen professionele hulp is belangrijk, maar ook steun van familie, vrienden en buren. Het gaat vaker goed in het gezin als ouders met beperkingen mensen om zich heen hebben op wie ze kunnen rekenen. Uit onderzoek blijkt dat hun netwerk vaak klein is. Bespreek daarom samen met de ouders of ze graag meer steun van familie of vrienden willen. En kijk samen hoe dat kan. Wie kan helpen? En wat kan of wil die persoon doen? Doe dit altijd samen met de ouder, en let goed op wat hij of zij zelf wil en nodig heeft.

Onderzoek 'Wat Werkt?' keek ook naar hoe familie en vrienden het geven van steun ervaren en hoe ze erover denken. Daaruit bleek dat veel van hen niet weten dat er professionele hulp bestaat. En vaak weten ze ook niet dat de ouder een licht verstandelijke beperking heeft. 

Als je wilt samenwerken met familie of vrienden, bespreek dan eerst met de ouder wat je met hen wilt delen. De ouder blijft altijd de centrale persoon. Laat ook zien dat je de familie en vrienden waardeert om wie ze zijn en wat ze doen. Daarna kun je samen met de ouder, familie en vrienden bespreken hoe jullie elkaar kunnen helpen en kunnen samenwerken. 

Belangrijk is dat ouders altijd mogen meebeslissen over de hulp die ze krijgen van hun netwerk en van professionals.

Werkgezelschap Ouderschap en Kinderwens

De informatie op deze pagina is onder andere gebaseerd op de resultaten van het onderzoek 'Wat Werkt voor ouders met beperkingen?'. Dit was een onderzoeksproject vanuit een consortium met daarin de Vrije Universiteit Amsterdam, ASVZ, Gemiva-SVG en Philadelphia Zorg. Werkgezelschap Ouderschap en Kinderwens startte onderzoek 'Wat Werkt?'. Ook het filmpje is mogelijk gemaakt door dit werkgezelschap.

Lees meer over Kinderwens en ouderschap: