Naar hoofdinhoud Naar footer

Wet zorg en dwang (wetgeving)

De Wet zorg en dwang is ingegaan op 1 januari 2020. De Eerste Kamer heeft de wet op 23 januari 2018 aangenomen. De Wet zorg en dwang is een complexe wet. Daarom is er gekozen voor een ruime invoeringstermijn: vanaf 1 januari 2020 moeten alle zorgorganisaties werken op de nieuwe manier. De nieuwe Wet zorg en dwang zorgt voor een zorgvuldige afweging bij het inzetten van onvrijwillige zorg. Zorgorganisaties kunnen zich nu alvast hierop voorbereiden.

In het voorjaar 2019 wordt er nog een Aanpassingswet in de Eerste en Tweede Kamer behandeld met een verdere invulling van onvrijwillige zorg thuis, de zorgverantwoordelijke en externe deskundigheid. De functie van de Wzd-functionaris is uitgebreid zodat deze functie ook door een gezondheidszorgpsycholoog of orthopedagoog generalist vervuld mag worden.

Lees meer over wat de Wet zorg en dwang en het Stappenplan zorg en dwang.

Wettekst en regelgeving

Informatiemateriaal van het ministerie

In het implementatieplan van het ministerie van VWS staan de volgende activiteiten genoemd:

  • Op de website Dwang in de zorg is een soort helpdesk beschikbaar
  • Er komt ook een overzicht van de veranderingen (van BOPZ naar Wet zorg en dwang)
  • Het ministerie gaat een aantal zorgorganisaties ondersteunen die ‘best practice’ willen zijn en  en deze goede voorbeelden in oktober verspreiden
  • Het ministerie verkent hoe de nieuwe wet in opleidingen opgenomen moet worden
  • Er komt informatiemateriaal voor verschillende groepen beschikbaar (cliënten, medewerkers, behandelaren enz)

Inspectie over Wet zorg en dwang

De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft een visiedocument gepubliceerd over de Wet zorg en dwang. Hierin geeft ze in hoofdlijnen aan wat de nieuwe wet voor het toezicht betekent. Kernpunten voor de inspectie zijn:  

  1. Terugdringen van onvrijwillige zorg: ‘Nee, tenzij ….’ . Dwang moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Een goede analyse, multidisciplinaire besluitvorming, het zoeken naar alternatieven en evaluatie zijn onderdelen van dit proces;
  2. De juiste zorg op de juiste plaats. Door de maatschappelijke ontwikkeling dat cliënten zo lang mogelijk thuis moeten blijven, ontstaat het risico dat de zorg soms te laat komt of de benodigde kwaliteit niet beschikbaar is;
  3. Deskundigheisbevordering. Het verhogen van de kwaliteit van onvrijwillige zorg door voldoende en deskundig personeel. Deskundigheidsbevordering met betrekking tot kennis en vaardigheden van zorgverleners en behandelaren is een belangrijk aandachtspunt;
  4. Aandacht voor en het versterken van de rechtspositie van cliënten. Cliënten die te maken krijgen met onvrijwillige zorg, moeten weten wat hun rechten zijn, hoe ze ondersteuning kunnen krijgen en waar ze een eventuele klacht kunnen indienen.

Download Toekomstvisie IGJ: Terughoudend en zorgvuldig omgaan met onvrijwillige en verplichte zorg (pdf, 16 mei 2019)

BOPZ en overgang naar Wet zorg en dwang

Op dit moment (tot en met 2019) geldt nog de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen, oftewel de Wet Bopz. Cliënten met een psychiatrische stoornis, een (verstandelijke) handicap of dementerenden kunnen zichzelf of hun omgeving in gevaar brengen. Soms is het dan nodig maatregelen te treffen en de cliënt in zijn vrijheid te beperken om zichzelf of zijn omgeving te beschermen. Artikel 38 en artikel 39 van de Wet Bopz regelen de situaties waarin en de omstandigheden waaronder vrijheidsbeperking is toegestaan. Met als doel het gevaar, dat voortkomt uit de stoornis van de cliënt, weg te nemen.

Fysieke vrijheidsbeperking zoals het gebruik van onrustbanden, mag  niet overal. De minister ‘merkt aan’ bij welke zorgorganisaties dit wel mag. De zorgorganisatie krijgt dan een Bopz-aanmerking. De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen beschermt de rechten van cliënten die niet vrijwillig zijn opgenomen in de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg en in de psychogeriatrie. De wet is uitsluitend van toepassing in Bopz-aangemerkte organisaties en geldt ook voor sommige (gesloten) afdelingen in het verzorgingshuis.

Door vele aanpassingen is de wet Bopz inmiddels zeer complex geworden. De wet wordt niet altijd goed nageleefd. Bovendien worden er ook vrijheidsbeperkende maatregelen toegepast in zorgorganisaties die niet Bopz-aangemerkt zijn. Omdat de wet niet aansluit bij de praktijk heeft het kabinet besloten de wet Bopz te vervangen door een meer toekomstbestendige wet.

Hoe verloopt de overgang van Bopz naar Wet zorg en dwang?

Na inwerkingtreding van de Wet zorg en dwang worden alle zorgaanbieders die onvrijwillige zorg verlenen vermeld in een openbaar register. 

  • Cliënten die al op grond van de Wet Bopz zijn opgenomen, moeten uiterlijk binnen 6 maanden een zorgplan krijgen dat volgens de Wzd is opgesteld. Zolang dat nieuwe zorgplan er niet is, blijft de Wet Bopz van toepassing op die cliënten.
  • Een opname op grond van artikel 60 Wet Bopz wordt gelijkgesteld aan een opname op grond van artikel 21 Wzd.
  • Instellingen en afdelingen met een Bopz-aanmerking worden ambtshalve opgenomen in het Wzd-register. De instelling hoeft voor dit laatste niets te doen.

Meer weten

Op de website www.dwangindezorg.nl vind je informatie van de Rijksoverheid over dit onderwerp.