Naar hoofdinhoud Naar footer

9 belangrijkste punten voor inrichten leefomgeving bij MVG

Gepubliceerd op: 28-01-2021

Wat is belangrijk bij de inrichting van de fysieke leefomgeving om moeilijk verstaanbaar gedrag te verminderen? Uit de online kennissessie Fysieke leefomgeving op 7 december 2020 zijn de negen onderstaande inzichten gekomen.

Hieronder zijn de 9 belangrijkste punten uit de online kennissessie op een rij gezet. 

Het aanpassen van de fysieke omgeving kan dus ook een groot effect hebben op de gezondheid en kwaliteit van leven van mensen met een verstandelijke beperking. Een deelnemer vertelde: 'Het effect was enorm. Deze meneer is weer gesocialiseerd. Hij kon weer op de groep, activiteiten ondernemen en naar de dagbesteding. Ook is de meerzorg afgebouwd.'

Het is belangrijk om heel goed naar de cliënt te kijken. Wie is de cliënt? Wat past bij hem of haar? Hoe kunnen we dat vertalen naar materiaal, kleur en licht? Het is essentieel dat verwanten en begeleiders hierover meedenken, want zij kennen de cliënt vaak het best.

De verschillende afdelingen en professionals binnen een organisatie kunnen elkaar versterken. Denk aan behandelaren, ergotherapeuten, architecten of professionals van de afdeling vastgoed. Ieder heeft vanuit zijn of haar expertise ideeën over het invullen van de fysieke omgeving. Het is van belang dat zij elkaar vinden en de handen ineenslaan.

Om zo dicht mogelijk bij de doelgroep te blijven, is het belangrijk dat de wetenschap gebruikmaakt van de kennis uit de praktijk. Tegelijkertijd is het belangrijk om wetenschappelijke kennis te vertalen naar praktische handvaten voor professionals en architecten.

Een deelnemer vertelde aan de online kennissessie vertelt: 'Ik heb van een man met autisme geleerd dat "prikkelarm" niet het juiste woord is. Het gaat om "prikkelregie". Als iemand zelf kan bepalen welke prikkels hij ontvangt, scheelt dat ongelooflijk veel in de prikkelverwerking.' De omgeving kan hierop worden aangepast. Dat betekent dus niet dat minder prikkels altijd beter is.

Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat een meer huiselijke omgeving kan leiden tot minder agressie en hyperactiviteit bij mensen met een verstandelijke beperking. Toch is ieders interpretatie van huiselijkheid verschillend. Wat betekent dat concreet voor de invulling van de fysieke omgeving? Hier moet meer onderzoek naar worden gedaan, waarbij begrippen duidelijker worden gedefinieerd.

De fysieke omgeving is niet alleen een plek waar cliënten zich thuis moeten voelen. Het is ook een werkplek voor begeleiders. Daarom is het belangrijk om goed na te denken over de invulling van de ruimte. Hoe zorg je ervoor dat deze zoveel mogelijk aansluit bij zowel de woonbehoeften van de cliënten als de werkbehoeften en veiligheid van de medewerkers?

Er is nog (te) weinig onderzoek gedaan naar de invloed van de fysieke omgeving op mensen met een verstandelijke beperking. Door hier meer onderzoek naar te doen, kunnen we in de toekomst hopelijk wetenschappelijk onderbouwde beslissingen nemen bij het ontwerp van nieuwe woningen in de langdurige zorg.

Waarom gedraagt een cliënt zich op deze manier? Kan de fysieke omgeving invloed hebben op de oorzaak van dit gedrag? Het is goed om dit eerst te onderzoeken en om niet onmiddellijk het gedrag te willen veranderen. Daarbij moeten we ook kijken naar de kwaliteit van leven.

Aan de slag!

Meteen aan de slag met de bovenstaande punten? Download ze onderaan de pagina bij Downloads.

Online kennissessie: Fysieke leefomgeving

Op 7 december 2020 kwamen ruim 160 zorgprofessionals samen in een online kennissessie Fysieke leefomgeving. Tijden deze sessie stonden twee onderzoeken centraal naar de beschikbaarheid van wetenschappelijke literatuur over de invloed van de fysieke leefomgeving op mensen met een verstandelijke beperking: 

  •  Onbeperkt Omgeven' van Jacqueline Roos en Marieke van Schijndel van Ipse de Bruggen, Yvette Dijkxhoorn en Hanna Swaab van Universiteit Leiden en Tanja C. Vollmer en Gemma Koppen van Kopvol architecture & psychology.
  • 'Fysieke Leefomgeving' onder leiding van Emelieke Huisman van Hogeschool Utrecht. 

Aan de twee gepresenteerde onderzoeken hebben Hogeschool Utrecht, Ipse de Bruggen, Kopvol architecture & psychology, ’s Heeren Loo, Universiteit Leiden, Vilans, Ons Tweede Thuis en Hartekamp Groep meegewerkt. Ze zijn gefinancierd door ZonMw en uitgevoerd in het kader van het programma Volwaardig leven van het ministerie van VWS. 

Over Begeleiding à la carte

Deze aanpak is ontwikkeld in het vernieuwingstraject Begeleiding à la carte van Volwaardig leven [2019-2021] van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Zorgaanbieders werkten aan hun eigen aanpak voor vernieuwing van persoonsgerichte zorg in de gehandicaptensector.

Lees meer

Downloads