Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

‘Je sluit beter aan bij cliënten met flexwonen’

Gepubliceerd op: 06-10-2021

De overgang van thuis naar wonen bij een instelling soepeler laten verlopen voor mensen met een beperking én hun naasten. Dat is het doel van flexwonen van de Prinsenstichting. Zo kunnen nieuwe bewoners langere tijd wennen door eerst eens te logeren. Regiomanager Cees Verbeeke en projectleider Willemijn Meurs vertellen over de voordelen en de uitdagingen.

Flexwonen: De voordelen 

Wat was de reden voor de Prinsenstichting om met flexwonen te beginnen? Cees: 'In de gehandicaptenzorg wonen mensen vaak ergens hun hele leven. Het voordeel is dat je zo een langdurige relatie opbouwt, maar het heeft ook een nadelige kant. Je kunt je afvragen of iemand na jaren nog steeds wel op de goede plek zit. Daarnaast neemt de vraag naar wonen in een gehandicaptenzorgorganisatie toe. De verwachting is met twintig tot veertig procent de komende tien jaar. We moeten daarom met oplossingen komen om slimmer gebruik te maken van het bestaande aanbod.'

Daarom biedt de Prinsenstichting flexwonen aan. Cees: 'Mensen met een beperking die thuis wonen kunnen dan komen logeren. De ene persoon is er dan drie dagen per week. De ander vier dagen. Zo hebben twee mensen voordeel van één plek. Verder kunnen mensen daardoor langer thuis blijven wonen. Nu kloppen naasten vaak te laat aan voor hulp. Met flexwonen bereik je mensen eerder en maak je de drempel minder hoog om gebruik te maken van ondersteuning. Dit voorkomt dat situaties uit de hand lopen.'

Naasten houden het beter vol als ze voor een deel de zorg uit handen kunnen geven', vertelt Willemijn Meurs. Ze is projectleider flexwonen bij de Prinsenstichting. 'Door flexwonen is er meer tijd voor mensen met een beperking en hun naasten om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Ook kunnen cliënten hun netwerk in stand houden omdat ze thuis wonen. Het ontlast de ouders, maar het helpt ze ook om aan zorg te wennen. Voor hen is het namelijk een grote emotionele stap om uit het niets naar 24-uurs zorg te gaan. Hierdoor stellen ze het zo lang mogelijk uit.'

Dat merkt Willemijn bijvoorbeeld aan de nachtzorg. 'We bieden ook zorg aan cliënten die verpleging nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat ze astmatisch zijn of epilepsie hebben. Ouders vinden het fijn dat ze ’s nachts snel bij het bed van hun kind kunnen staan. Zij vinden het lastig om dit uit handen te geven. Terwijl technologie ook heel veel kan oppikken als ze bij ons komen logeren. Denk aan bedleegmelders, deurmelders of epilepsiematten. Ouders weten vaak niet wat hierin mogelijk is. En je kunt natuurlijk thuis ’s nachts ook dingen missen. Ze hebben dan een gevoel van onrust, terwijl het bij ons net zo of zelfs veiliger is.’

Flexwonen regelen: Wat is er nodig? 

De vraag is vervolgens wat er allemaal nodig is om flexwonen goed te regelen. Willemijn: 'Casemanagers spelen een belangrijke rol. Het kan echt wel even duren voordat mensen gebruik gaan maken van logeeropvang. Vaak komt eerst iemand een kopje thee of koffiedrinken. Dan blijft die persoon eten en komt eens een dagje langs. Daarna volgt dat nachtje logeren pas. De casemanager heeft een belangrijke rol in de afstemming tussen de cliënt en de naaste en de locatie waar de cliënt logeert of woont. De casemanager stelt aan naasten vragen, zoals: ''Hoe vinden jullie dat het is verlopen? Wat had er beter gekund?''

'Vooral als je maatwerk wilt leveren, gaat er best wel wat tijd inzitten', vertelt Willemijn. 'We hebben ook een cliënt met een licht verstandelijke beperking die in onze woonboerderij logeert. We hebben voor hem veel geregeld. Hij moest namelijk de mogelijkheid hebben om naar school te blijven gaan en om stage te lopen. Dat gaf wel wat vragen. Hoe regelen we vervoer? Hoe regelen we stage? Voldoet onze dagbesteding aan de eisen die school stelt? Dat zijn allemaal zaken waar we mee aan de slag zijn gegaan.'

Cees: 'Verder heb je een team nodig dat flexibel is. Medewerkers moeten inspelen op cliënten die er niet de hele week zijn. En het team moet afgestemd zijn op de problematiek van de cliënt. Medewerkers zijn gewend aan een eigen structuur. Iedereen vindt het een goed idee. Maar het is toch lastig als je voor maar een paar dagen een cliënt krijgt. De kunst is om aan te sluiten bij medewerkers die enthousiast zijn. Ook is het slim om een projectleider te hebben. Bij ons is dat dus Willemijn.'

Het extra gedoe is de moeite waard

Verder is het vooral een kwestie van een lange adem. Willemijn: 'Het kost veel tijd om plekken en bedden vrij te maken.  Ook zijn we al twee jaar in gesprek met de gemeente over de financiering. We hebben ook overleg met het zorgkantoor over wat er aan de regelgeving beter kan om dit mogelijk te maken.' Cees: 'Je moet echt de wens hebben om dit voor je cliënten te willen doen. Want het geeft behoorlijk wat regelwerk. Toch is het de moeite waard. Je moet je toch afvragen wat cliënten willen om tot nieuwe conclusies te komen. Daar is onder andere dit flexwonen ook een antwoord op.'

Organiseren van flexwonen

VWS beleidsmedewerker Hattum van der Burg en directeur Ineke Huibregtsen vertellen op vilans.nl tegen welke problemen zij aanliepen bij het organiseren van flexwonen. Zij maakten afspraken met onder andere het zorgkantoor en gemeenten over deze flexibele woonvorm.

Over Begeleiding à la carte

Deze aanpak is ontwikkeld in het vernieuwingstraject Begeleiding à la carte van Volwaardig leven [2019-2021] van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Zorgaanbieders werkten aan hun eigen aanpak voor vernieuwing van persoonsgerichte zorg in de gehandicaptensector.

Lees meer

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan

Soort

Achtergrond

Taal

Nederlands

Programma's / projecten

Begeleiding à la carte (Balc)