Naar hoofdinhoud Naar footer

Begrepen worden

Laatst bijgewerkt op: 17-01-2024

Niet begrepen worden is voor niemand prettig. Ook geeft het geen goed gevoel als je de ander niet goed begrijpt. Mensen met een verstandelijke beperking reageren hier vaak heftiger op, omdat zij meer hulp van anderen nodig om met hun emoties om te gaan. Maar wat kun je doen bij onbegrepen gedrag? Op deze pagina lees je over de mogelijkheden voor begeleiders en vind je inspirerende verhalen uit de praktijk.

Hoe werkt onbegrepen gedrag?

Mensen met een verstandelijke beperking hebben moeite om spanning of stress te herkennen bij zichzelf. Daardoor raken cliënten sneller in de war. Als zorgverlener merk je dit doordat een cliënten zich anders gedraagt, zoals in zichzelf terugtrekken, huilen of schreeuwen. Dit noemen we vaak onbegrepen gedrag, probleemgedrag of moeilijk verstaanbaar gedrag.

Het helpt als cliënten, zorgverleners en familie beter begrijpen waar gedrag vandaan komt en emoties leren herkennen. Dan kunnen ze beter met het gedrag omgaan. Door emoties te herkennen zijn mensen in staat om anders te reageren.

Voor cliënten is het goed als ze spanning of stress zelf leren herkennen. Als ze dan weten welke keuzes ze hebben, helpt dat om eigen regie te behouden.

Begin bij de ondersteuningsvraag

Eef Rasing werkt als orthopedagoog bij zorgorganisatie Pluryn. Hij schreef het boek 'Gewoon kijken. Gewoon doen. Gewoon leven.' over onbegrepen gedrag. Daarin stelt hij dat het bij onbegrepen gedrag belangrijk is om eerst te kijken naar iemands ondersteuningsvraag:

Spreken we over mensen met een lichte verstandelijke beperking met ernstige gedragsproblemen? Of over mensen met een lichte verstandelijke beperking met een intensieve ondersteuningsvraag? Schrijven we (probleem)gedrag volledig toe aan de persoon in kwestie, of speelt de omgeving ook een rol in het vertoonde gedrag? En zo ja, welke rol dan? Wat zijn dan de ondersteuningsvragen en wat betekent dit voor de manier en mate van ondersteuning?

Eef Rasing, orthopedagoog bij Pluryn

Zo zijn we op zoek gegaan naar technologieën die cliënten kunnen helpen bij hun ondersteuningsvraag. Want onduidelijkheid en onverwachte situaties kunnen niet altijd voorkomen worden in het dagelijkse leven.

Bijvoorbeeld: Een cliënt zou opgehaald worden door zijn broer om samen naar de tandarts te gaan. Maar de broer is al 15 minuten te laat. Vragen als 'Komt hij nog?', 'Hoe lang duurt het dan?', 'Komt hij niet meer?', 'Moet ik dan maar niet naar de tandarts? Of moet ik alleen gaan?' komen vaak niet in de cliënt op. Het is dan alleen maar pure stress of zelfs paniek: 'Mijn broer is er niet!'

Dan is het fijn als de cliënt de stress herkent en weet wat hij kan doen om de spanning te verminderen, zonder hulp van de begeleiding. Het gaat erom dat cliënten leren omgaan met gevoelens en emoties, zodat ze de vrijheid voelen om zelfstandig dingen te doen.

Het is voor iedereen fijn als je escalatie kunt voorkomen door de spanning te verminderen. Voor de cliënt zelf en voor de mantelzorgers, medecliënten, zorgverleners en familie. Escalatie betekent misschien dat mensen je meer zien, maar nog niet dat ze je beter begrijpen.

Ondersteunende technologie voor omgaan met spanning

Technologie kan cliënten met een lichte verstandelijke beperking helpen om zelf beter spanning te signaleren en daarmee leren om te gaan. Zo kunnen zij hun stressniveau bijhouden. Daarbij leren ze manieren om de stress te verminderen of anders te hanteren. Een manier kan zijn om cliënten te ondersteunen met zelfbeoordeling. Bijvoorbeeld: 'Ik kan op mijn apparaat aangeven dat ik last heb van stress. Ik herken stress bij mezelf en ik begrijp waardoor ik stress heb.'

Niet alle cliënten kunnen zelf hun stress-signalen leren begrijpen. En niet alle cliënten kunnen goed vertellen hoe ze zich voelen. Ook voor deze cliënten met een ernstige meervoudige beperking (EMB) biedt technologie kansen. Zo zijn er technologieën die verschillende lichamelijke tekenen van spanning of 'arousal' kunnen meten. Dat gebeurt onder andere via huidgeleiding of de hartslag. Toch is er nog veel onderzoek en ontwikkeling nodig naar deze technologie. Want betekent een hogere hartslag dat iemand blij is of juist boos?

Ook eenvoudig te gebruiken technologie kan helpen. Bijvoorbeeld een kennisapp die ouders, begeleiders en vrijwilligers helpt om de vaak kleine signalen van iemand met EMB eerder op te pikken en te begrijpen. Dit soort technologie geeft je nieuwe informatie. Met die informatie kun je weer beter aansluiten bij de ondersteuningsvragen van cliënten.

Meer eigen regie

Bij veel cliënten gaat het erom dat ze meer eigen regie willen hebben. Ze willen leren om zelf om te gaan met emoties en gedragsuitingen voor meer zelfstandigheid.

Binnen het thema 'Begrepen worden en omgaan met spanning' van de Innovatie-impuls gaan we aan de slag met deze ondersteuningsvraag en onderzoeken we welke technologieën hierbij aan kunnen sluiten. En hoe je die samen met cliënten, familie en zorgverleners duurzaam kunt implementeren in de organisatie.

Praktijkverhalen over onbegrepen gedrag

Probleemgedrag: 'Technologie kan inzicht geven'

Kan technologie helpen bij de ondersteuning van mensen met onbegrepen gedrag? De adviseurs van de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg voerden daarvoor gesprekken met het Centrum voor Consultatie en Expertise. Lees het verhaal over ondersteuning door technologie.

Werken met de SignaLEREN-app

Binnen de Innovatie-impuls werkte De Haardstee met de app SignaLEREN voor minder stress en meer eigen regie bij cliënten. Wil je meer weten over hoe De Haardstee met technologie stress en spanning tegen wil gaan bij cliënten? Lees dan ons artikel De Haardstee: zorgvuldige stappen in de Innovatie-impuls.

Ook Ipse de Bruggen heeft met de SignaLEREN gewerkt. Tijdens een zogenaamde pilot hebben ze getest hoe de app hun cliënten kan helpen. Lees meer in ons artikel Ipse de Bruggen test app voor zelfregulatie spanning cliënten.