Naar hoofdinhoud Naar footer

Wie maakt wat schoon en hoe vaak?

Hoe vaak moet je eigenlijk schoonmaken? En wie doet dat? Dit hangt af van 3 punten. Bespreek de 3 punten in je team om te bepalen hoe vaak en door wie ruimtes en materialen schoongemaakt moeten worden.

1. Vervuilingsgraad: Hoe vies wordt de ruimte?

De vervuilingsgraad is hoe vies een ruimte in een bepaalde tijd wordt gemaakt. Om de vervuilingsgraad te weten, heb je antwoord nodig op de volgende vragen:

  • Hoe vaak wordt de ruimte gebruikt?
  • Gaat het om een sanitaire ruimte?
  • Komen er één of meerdere cliënten in de ruimte?

Is een cliënt bijvoorbeeld de hele dag thuis? Dan wordt de ruimte sneller vies dan wanneer een cliënt overdag aan het werk is.

2. Welke ondersteuning heeft een cliënt nodig bij het schoonmaken?

Maakt de cliënt zelf (voor een deel) diens huis schoon? Dan is er minder ondersteuning nodig. Om de juiste ondersteuning te bepalen, beantwoord je de volgende vragen:

  • Kan de cliënt zelf schoonmaken?
  • Maakt de cliënt ook goed schoon?
  • Weet de cliënt welke middelen en materialen er gebruikt moeten worden?
  • Zijn er afspraken gemaakt wat de organisatie schoonmaakt?

Het is belangrijk om de cliënt goed uit te leggen hoe die goed schoonmaakt met welke schoonmaakmiddelen en materialen. Verkeerd schoonmaken verspreidt juist bacteriën en virussen! Kijk dus goed naar de balans tussen eigen regie van de cliënt en de verantwoordelijkheid van de organisatie.

3. Hoe vaak moet je schoonmaken? En hoe houd je overzicht?

Het doel is om zo vaak schoon te maken, dat bacteriën, virussen en schimmels zich niet kunnen verspreiden. Waar moet je dan op letten?

  • Een aanrecht maak je dagelijks schoon. Andere dingen, zoals een vensterbank, maak je juist wekelijks schoon.
  • Boven op de kast of achter het bed poets je een keer per maand.
  • Zijn bepaalde zaken steeds erg vies? Dan ben je dus langer bezig met schoonmaken. Je kunt dan met elkaar afspreken om vaker schoon te maken.

Hoe krijg je overzicht van wat je wanneer moet schoonmaken? Volg de volgende 5 stappen:

  1. Maak een schema met dagelijkse, wekelijkse en periodieke schoonmaaktaken. Deel alle materialen en oppervlakken van iedere ruimte in.
  2. Presenteer en bespreek het schema met je collega's.
  3. Gebruik het schema minimaal 4 weken. Laat iedereen bijhouden wat ze niet hebben gedaan door bijvoorbeeld tijdgebrek.
  4. Bekijk de ervaringen na 4 weken. Pas waar nodig het schema aan.
  5. Herhaal deze stappen tot je een goed schoonmaakschema hebt.

Tip: Bezoek de website van het RIVM (bij 7.1) voor voorbeelden van schoonmaakschema’s. Deze kun je aanpassen aan de eigen situatie.

Doe mee aan ‘Samen scherp op schoon werk’ 

Wil je aan de slag met het verbeteren van hygiënisch werken en het voorkomen van infecties? Het programma ‘Samen scherp op schoon werk’ ondersteunt jouw organisatie daar graag bij. Samen werken we toe naar een kleine of grote verbetering. Heb je interesse? Lees meer over het programma en meld je aan.   

Lees meer

Deel deze pagina via: