Naar hoofdinhoud

Seksualiteit is een ‘voorzichtig’ maar belangrijk onderwerp

Lisa is 19 jaar. Ze heeft ernstige meervoudige beperkingen en ligt op de douchebrancard. Zodra haar luier af is, gaan haar handen naar haar kruis. Ze zit aan zichzelf, obsessief en met zoveel kracht dat ze zichzelf zou kunnen beschadigen. Hoe reageer je daarop als begeleider? Geef je haar de ruimte? En hoe zorg je ervoor dat ze geen schade oploopt?

In dit voorbeeld loopt alleen het meisje zelf risico. Maar vaak is dat anders. Neem bijvoorbeeld Pedro, elke avond kruipt hij bij een medebewoners in bed. Hij komt uit een grote familie waar de kinderen bij elkaar sliepen. Hij wil ‘even knuffelen’, zegt hij. Het is duidelijk dat hij warmte en veiligheid zoekt. Een van de meiden bij wie hij vaak in bed kruipt heeft een vriend op een andere woongroep. Hij is hier niet van gediend. Wat doe je dan? 

In ieder geval begin je bij de cliënt. Je onderzoekt wat er precies gebeurd is, wat hem of haar drijft en je gaat met hem of haar in gesprek. Als dat niet mogelijk is - bijvoorbeeld in het geval van Lisa - ga je in gesprek met de naaste familie. Je probeert niet meteen door te schieten naar denken in risico’s maar bespreekt wat iemands wensen en behoeften zijn. Ieder mens heeft recht op een prettig leven en seks hoort daarbij. Zo staat het ook in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens - en dus ook van mensen met een verstandelijke beperking.

  • Het hoogst haalbare niveau van seksuele gezondheid, met inbegrip van toegang tot seksuologische en reproductieve gezondheidszorg
  • Het verkrijgen en verlenen van informatie over seksualiteit
  • Seksuele en relationele vorming / seksuele voorlichting
  • Respect voor lichamelijke integriteit
  • Vrije partnerkeuze
  • Keuzevrijheid om wel of niet seksueel actief te zijn
  • Seksuele relaties met wederzijdse instemming
  • Huwelijk of partnerschap met wederzijdse instemming
  • Keuzevrijheid om wel of niet kinderen te krijgen en wanneer
  • Het nastreven van een bevredigend, veilig en plezierig seksleven

Dat neemt niet weg dat die risico’s er wel zijn. Maar door eerst te kijken naar iemands behoeften en welke betekenis bepaald gedrag heeft, maak je het niet meteen onnodig groot. Dat pas je aan op het niveau van wat hij aankan. Natuurlijk heb je ook te maken met beeldvorming. Ouders, familie en andere begeleiders hebben soms andere normen en waarden en kunnen gedrag op een andere manier ervaren. Maar ook zij willen uiteindelijk dat hun naaste goede zorg krijgt en gelukkig is. Aandacht voor seksualiteit hoort daarbij. De vraag is steeds: wanneer moet je iemand beschermen en wanneer kun je hem zichzelf laten ontdekken? 

Seksualiteit is een ‘voorzichtig’ onderwerp. Maar ook een belangrijk onderwerp dat we niet uit de weg kunnen gaan. Verken het met je cliënt. Hoe was het vroeger thuis? Werd erover gesproken of werd het genegeerd? Hoe gaat de omgeving ermee om? Cliënten missen vaak positieve seksuele ervaringen en vinden relaties moeilijk. Vaak wordt seksualiteit pas besproken na een negatieve ervaring. Het is belangrijk om dit voor te zijn. Maak duidelijk dat anderen grenzen hebben en hoe je daarnaar kunt luisteren. Maar ga niet voorbij aan de behoeften die iemand zelf heeft. Want ook mensen met een verstandelijke beperking hebben het recht om op het gebied van seksualiteit eigen keuzes te maken.

Deel deze pagina via: